Zoekresultaat 1 - 10 van 128 resultaten

  • Vergunning voor bijzonder transport over provinciale vaarweg aanvragen

    De provincie beheert onder andere vaarwegen. Er gelden regels voor de maat van schepen die hierop varen en voor wat u mag vervoeren. Is uw schip groter? Of wilt u een bijzonder transport over het water doen? Dan moet u toestemming hebben. Vraag hiervoor een ontheffing aan.

  • Vaststellen hogere grenswaarde geluidsbelasting

    Er zijn regels voor hoeveel geluid bijvoorbeeld het verkeer, treinen en industriegebieden mogen maken. Dat noemen we de geluidsbelasting.

    De provincie kan in specifieke gevallen een hogere grenswaarde voor geluidsbelasting vaststellen bij:

    • grote industriegebieden waarvoor de provincie de geluidsregels vaststelt
    • provinciale wegen
    • lokale spoorwegen

    De provincie kan soms ook een hogere waarde vaststellen als u dat vraagt. Dit kan alleen als er echt geen andere mogelijkheid is.

    Op 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder gewijzigd en geeft de provincie alleen nog hogere grenswaarden af bij reconstructies van provinciale wegen en de wijziging van de geluidzone rond de regionale industrieterreinen. Regionale industrieterreinen in Zeeland zijn Arnestein (gemeente Middelburg), Schelde Buitenhaven (gemeente Vlissingen), Vlissingen-Oost (gemeenten Vlissingen en Borsele) en de industrieterreinen Terneuzen-West, Oostelijke Kanaaloevers, Sluiskil-Oost, Axelse Vlakte en Poel en Gellinkpolder (gemeente Terneuzen).

  • Zeeuws Participatiefonds

    Het Zeeuws Participatiefonds (ZPF) verstrekt hoog risicodragend kapitaal en richt zich op startende en doorstartende innovatieve ondernemers die een economische spin-off voor Zeeland kunnen genereren. Aspecten als werkgelegenheid, het creëren van nieuwe economische activiteiten, innovatie en een ondernemersklimaat zijn belangrijke punten waar het fonds zich op richt.

  • Ontheffing voor bijzonder transport over een provinciale weg aanvragen

    Er gelden regels voor het vervoer van goederen over de weg. Daarin staat hoe hoog, lang, breed en zwaar de lading mag zijn die u vervoert. Wilt u grotere of zwaardere goederen vervoeren? Dan heeft u een ontheffing voor exceptioneel transport nodig. Er zijn verschillende soorten ontheffingen:

    • incidentele ontheffing
    • jaarontheffing
    • LZV-ontheffing
    • landbouwontheffing

    De provincie Zeeland heeft de ontheffingverlening voor exceptionele transporten over de provinciale wegen sinds 2003 overgedragen aan de RDW. De provincie vervult hierbij nog wel een adviserende rol. Zij behandelt alleen nog rechtstreekse aanvragen voor ontheffingen van landbouwvoertuigen (gecombineerde ontheffing voor provinciale- en waterschapswegen). Alle andere verzoeken dienen te worden ingediend bij de RDW.

  • Ontgrondingsvergunning

    Iedereen die de bodem gaat afgraven, heeft een ontgrondingsvergunning nodig. Ontgronding betekent dat u de bodem afgraaft en daardoor verlaagt. Dit geldt voor land (het maaiveld) en de waterbodem. U haalt hierbij een grondlaag weg zoals klei, veen, zand of grind. Voorbeelden van ontgronding zijn:

    • zandwinning
    • waterberging
    • natuurontwikkeling

    U vraagt een omgevingsvergunning aan voor de activiteit 'Ontgrondingsactiviteit op land, in regionale wateren en in een winterbed van een rivier'.

    U moet de omgevingsvergunning voor ontgrondingsactiviteiten altijd aanvragen. Ook als u de bodem tijdelijk verlaagt. In een aantal gevallen geldt er een vrijstelling. Wanneer een vrijstelling geldt, ziet u in de vergunningencheck van het Omgevingsloket.

    Er is eveneens sprake van ontgronding als het maaiveld of de bodem van een water voor een ander doel wordt verlaagd. Ook hiervoor dient u een ontgrondingsvergunning aan te vragen.

  • Verordening bijzondere voordelen gemeenteraad en commissies, kennisneming door provincie

    De leden van de gemeenteraad ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding en een tegemoetkoming in de kosten. Ook de leden van commissies, deelraden en de leden van het dagelijks bestuur van een deelgemeente kunnen een vergoeding krijgen. De provincie moet dit goedkeuren.

    De gemeente legt de vergoedingen in verschillende verordeningen vast. Vervolgens stuurt de gemeente deze naar de provincie voor goedkeuring. Ook is het mogelijk dat de gemeente een aparte verordening wil opstellen. Bijvoorbeeld als er extra vergoedingen en uitgaven zijn. Ook dan moet de provincie dat eerst goedkeuren.

  • Uitzichtstroken, ontheffing

    Uitzichtstroken

    1. Het is verboden op en langs wegen buiten de bebouwde kom bouwwerken, wallen, beplanting, gewassen, terreinafscheidingen en andere uitzichtbelemmerende voorwerpen te hebben dan wel te maken, respectievelijk aan te brengen, tot een grotere hoogte dan 0,75 meter boven de kruin van de weg, binnen een strook die begrensd wordt door de as van de hoofdverkeersbaan en een denkbeeldige lijn tussen twee willekeurige punten van die as op een onderlinge afstand van maximaal
      1. 280 meter bij autowegen;
      2. 200 meter bij voorrangswegen, niet zijnde autowegen, en wegen met voorrangskruispunten;
      3. 135 meter bij andere dan de hiervoor bedoelde wegen.
    2. De onderscheiden afstanden zijn afstanden gemeten over de as van de betrokken verkeersbaan.
    3. Het verbod in het eerste lid, aanhef, geldt eveneens binnen gebieden bij kruisingen en aansluitingen van wegen buiten de bebouwde kom, die worden begrensd door denkbeeldige lijnen die de hierna omschreven punten van de samenkomende wegen onderling verbinden:
      1. bij kruisingen en aansluitingen van zijwegen met autowegen, de punten in de as van de hoofdverkeersbaan van de autoweg op een afstand van 300 meter ter weerszijden van het snijpunt van de assen van de hoofdverkeersbanen van de samenkomende wegen en een punt in de as van de hoofdverkeersbaan van de zijweg op 10 meter afstand uit het genoemde snijpunt, met inachtneming van het gestelde in het derde lid en onverminderd het bepaalde in het vierde lid;
      2. bij kruisingen en aansluitingen van zijwegen met wegen waarop het verkeer voorrang heeft, de punten in de as van de hoofdverkeersbaan van de voorrangsweg op een afstand van 200 meter ter weerszijden van het snijpunt van de assen van de hoofdverkeersbanen van de samenkomende wegen en een punt in de as van de hoofdverkeersbaan van de zijweg op 10 meter afstand uit het genoemde snijpunt, met inachtneming van het gestelde in het derde lid en onverminderd het bepaalde in het vierde lid;
      3. bij kruisingen en aansluitingen van gelijkwaardige wegen de punten in de assen van de hoofdverkeersbanen van de samenkomende wegen op 40 meter afstand uit het snijpunt van die assen.
    4. Bij autowegen met twee hoofdverkeersbanen en dito voorrangswegen is de dichtst bij de zijweg gelegen hoofdverkeersbaan bepalend voor de toepassing van het tweede lid.
    5. Ten aanzien van parallelwegen of fietspaden die deel uitmaken van autowegen of wegen waarop het verkeer voorrang heeft, is het tweede lid, aanhef, van overeenkomstige toepassing voor gebieden die worden begrensd door denkbeeldige lijnen tussen punten op de buitenzijkant van de parallelweg of het fietspad, op een afstand van 75 meter ter weerszijden van het snijpunt van die buitenzijkant met de as van de van de hoofdverkeersbaan van de zijweg en een punt in die as op 5 meter buiten het genoemde snijpunt.
    6. Het verbod als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel c, geldt niet voor bomen, mits deze hoog zijn opgesnoeid en tussen de stammen voldoende doorzicht voor verkeersdeelnemers aanwezig is.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Roerende zaken opslaan

    Op grond van artikel 2.2 (sub j en k) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om roerende zaken op te slaan in het daarbij aangewezen gedeelte van de Provincie, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in artikel 11 van de Wegenverordening Zeeland 2010 is bepaald dat het verboden is om in uitzichtstroken uitzichtbelemmerende voorwerpen te hebben geldt dat als het uitzichtbelemmerend voorwerp aan te merken is als een roerende zaak voor deze handeling een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl.

  • Gebruik van en activiteiten op wegen, ontheffing

    1. Het is verboden:
      1. op een weg land- en tuinbouwproducten te deponeren of te hebben, anders dan voor korte tijd op toegangsdammen buiten de berm en op geen kleinere afstand dan 1,80 meter uit de dichtstbij gelegen verkeersbaan;
      2. op een weg stoffen of voorwerpen te deponeren en te hebben die de weg verontreinigen of de afwatering van de weg belemmeren, dan wel gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg en de veiligheid van het verkeer op de weg;
      3. een weg zodanig te gebruiken dat daardoor schade aan die weg ontstaat;
      4. beplantingen en andere vegetatie op een weg te bemesten of met chemische stoffen te behandelen, dan wel de vegetatie op bermen en in bermsloten te maaien;
      5. op een weg een standplaats in te nemen of in te richten voor het ten verkoop aanbieden en leveren van producten;
      6. zich met een voertuig op een weg te begeven, anders dan via een weg, een uitweg of werken die tot uitweg dienen;
      7. een uitweg of werken die tot uitweg dienen, voor een ander doel te gebruiken dan tijdens het maken daarvan gebruikelijk was in verband met de bestemming van het terrein waarvoor de uitweg dient.
      8. Het is verboden in:
        1. delen van bouwwerken die tot boven een weg reiken, te maken of te hebben;
        2. aan bouwwerken langs een weg, voorwerpen, die tot boven de weg reiken, te bevestigen of te hebben;
        3. touwen, draden of kabels over een weg te spannen of te hebben;
        4. uitstekende delen van buiten een weg aanwezige beplanting tot boven of in die weg te laten reiken, tenzij die beplanting wordt onderhouden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, tweede lid, voor beplanting op een weg.
    2. Het eerste lid, aanhef en onderdeel d, is niet van toepassing ten aanzien van maaiwerk aan bermsloten door of namens een waterschap, voor zover de zorg voor de waterbeheersing dat vereist.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Roerende zaken opslaan
    Op grond van artikel 2.2 (sub j en k) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om roerende zaken op te slaan in het daarbij aangewezen gedeelte van de Provincie, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in de Wegenverordening Zeeland 2010 (artikel 8) is bepaald dat het onder meer verboden is om land- en tuinbouw gewassen op te slaan en deze zaken in sommige gevallen aangemerkt kunnen worden als roerende zaken dient hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl.

  • Ontheffing voorschriften zwembad

    Badinrichtingen moeten voldoen aan eisen op het gebied van hygiëne en veiligheid. Onder een badinrichting vallen openbare zwembaden, semi-openbare zwembaden (bijvoorbeeld in hotels, campings, sauna's, peuterbaden) en medische baden. Een badinrichting mag pas open voor het publiek als aan alle eisen is voldaan. Soms kunt u een vrijstelling van 1 of meerdere voorschriften aanvragen. Bijvoorbeeld als u gaat verbouwen. Dan vraagt u een vrijstelling voor de periode totdat nieuwbouw of verbouw heeft plaatsgevonden. U kunt een ontheffing schriftelijk aanvragen bij RUD Zeeland.

  • Archiefbescheiden, machtiging beperking openbaarheid

    Archiefstukken ouder dan 75 jaar moeten openbaar gemaakt worden. In bijzondere gevallen verleent de overheid speciale machtigingen om de beperking op openbaarmaking te verlengen.