Zoekresultaat 1 - 4 van 4 resultaten

  • Vergoeding aanvragen voor de bouw of uitbreiding van een schoolgebouw

    Scholen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs kunnen een bijdrage vragen voor nieuwbouw of uitbreiding van een schoolgebouw. Het schoolbestuur vraagt de vergoeding aan bij de gemeente. Schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk voor het binnen- en buitenonderhoud van de school.

  • Stoffelijk overschot naar een ander land vervoeren

    Voor het vervoer van een stoffelijk overschot van Nederland naar het buitenland of vanuit het buitenland naar Nederland moet u in het bezit zijn van een laissez-passer en een overlijdensakte. Daarna kan verlof tot begraving of crematie worden afgegeven.

    Bij het vervoer van een stoffelijk overschot gelden de volgende voorwaarden:

    • Als u een lichaam wilt vervoeren van Nederland naar een land dat lid is bij de Overeenkomst van Straatsburg moet u in het bezit zijn van een laissez-passer voor lijken en een overlijdensakte. Een laissez-passer wordt afgegeven door de gemeente waar de overlijdensakte is opgemaakt. Omgekeerd geldt dat als u een lichaam vanuit een land dat lid is bij de Overeenkomst van Straatsburg naar Nederland wilt vervoeren, u in het bezit moet zijn van een laissez-passer dat is afgegeven door de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst.
    • Voor vervoer binnen de Benelux hoeft u, buiten het wettelijk voorgeschreven verlof, geen speciale papieren aan te vragen.
    • In alle andere gevallen waarbij een lichaam van Nederland naar het buitenland wordt vervoerd of omgekeerd, moet bij het lichaam een door de bevoegde autoriteit afgegeven verklaring aanwezig zijn. Bij binnenkomst in Nederland moet het laissez-passer respectievelijk het verlof tot begraving of crematie, of de verklaring aan de douane worden overgelegd.

    U vraagt de laissez-passer aan bij de gemeente waar de overlijdensakte is opgemaakt. Meestal dient de begrafenisondernemer de aanvraag in.

  • Leerlingenvervoer aanvragen

    Ieder kind heeft recht op onderwijs. Ouders of verzorgers moeten er zelf voor zorgen dat hun kind iedere dag op school komt. Meestal is dat geen probleem: de school ligt op loop-/fietsafstand van de woning òf is zelfstandig met het openbaar vervoer te bereiken. Voor sommige kinderen is de situatie anders, omdat ze bijvoorbeeld een beperking hebben of aangewezen zijn op een speciale school die 'n flink eind uit de buurt ligt.

    Leerlingenvervoer is voor vervoer tussen huis en school. Het vervoer naar andere locaties zoals een sportvereniging, (medische) behandeling of buitenschoolse activiteiten valt buiten het leerlingenvervoer.

    Vergoeding
    In bepaalde gevallen zorgt de gemeente voor een vervoersvoorziening of vergoeding van de kosten van het vervoer. De gemeente gaat bij de vergoeding uit van de dichtstbijzijnde toegankelijke school. De gemeente wil dat leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig van en naar school kunnen reizen. Het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer wordt daarom gestimuleerd.

    De soort vergoeding die u ontvangt is afhankelijk van de leeftijd en de medische situatie van uw kind. Het kan zijn dat de gemeente een extern (medisch) advies aanvraagt om de aanvraag voor uw kind te beoordelen.

  • Vrijstelling van leerplicht aanvragen

    De gemeente mag voor uw kind vrijstelling van de leerplicht geven. Dit betekent dat het niet naar school hoeft. Dit kan bijvoorbeeld als uw kind door psychische of lichamelijke klachten geen onderwijs kan volgen. Of als uw kind naar een buitenlandse school gaat.

    Zit uw kind tegen het einde van de leerplichtige periode en heeft hij of zij moeite op school? Misschien kan uw kind in dat jaar een afwijkend programma volgen. Dit is de vervangende leerplicht.

    Het programma van de vervangende leerplicht bestaat uit algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs. Daarnaast bevat het praktijktijd. Dit is licht werk.

    Als uw kind dit traject ingaat, schrijft u het in bij een instelling waar het dit aangepaste onderwijs kan volgen.

     

    Samen verantwoordelijk

    Ouders, scholen en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de handhaving van de Leerplichtwet. Met elkaar dienen wij ervoor te zorgen dat uw kind zoveel mogelijk gebruik maakt van zijn recht op onderwijs. Dit recht geeft betere kansen in de samenleving. Maar het recht op onderwijs geeft ook zijn verplichtingen. Deze zijn geregeld in de Leerplichtwet. Zo moet u als ouders of verzorgers ervoor zorgen dat uw kind vanaf zijn vijfde jaar tot en met het jaar waarin het zeventien wordt, naar school gaat. U bent er ook verantwoordelijk voor als uw kind, om welke reden dan ook, niet naar school gaat. Dit moet u melden aan de school. De school is verantwoordelijk voor het registreren van de afwezigheid van uw kind. Het verzuim dat ongeoorloofd is, wordt bij de gemeente gemeld. De school geeft in haar schoolplan aan hoe binnen de eigen school het verzuim wordt teruggedrongen. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanpak van het schoolverzuim.

    Vrijstellingsgronden

    De Leerplichtwet kent een aantal vrijstellingsgronden. Dat zijn omstandigheden waaronder een leerling geoorloofd afwezig mag zijn. De school kan, al dan niet in overleg met de leerplichtambenaar, vrijstelling van onderwijs geven in de volgende gevallen:

    • De school is gesloten. Vanzelfsprekend kan er dan voorlopig geen onderwijs worden gegeven. Ook kan het voorkomen dat het gebouw niet mag worden betreden, bijvoorbeeld na een brand.
    • De leerling is geschorst.
    • De leerling moet in schooltijd voldoen aan verplichtingen vanwege godsdienst of levensovertuiging.
    • De leerling kan door het beroep van beide ouders slechts op vakantie buiten de schoolvakantieperiode.
    • Als er andere gewichtige omstandigheden zijn.
    • De leerling is ziek.