Zoekresultaat 1 - 10 van 17 resultaten

  • Woning als tweede woning gebruiken

    Zonder vergunning mag u een woning niet als tweede woning gebruiken. De gemeente wil voldoende woningen hebben voor haar inwoners.

    Heeft u een vergunning voor uw tweede woning? Dan moet u misschien toeristenbelasting of forensenbelasting betalen. Welke belasting het is, hangt af van hoe u de woning gebruikt.

  • Landmeetkundige gegevens inzien

    Landmeetkundige gegevens zijn topografische gegevens. Bijvoorbeeld:

    • de oppervlakte van een stuk grond
    • waar water is
    • waar de grenzen liggen van stukken grond (erfgrens)

    Deze gegevens heeft u nodig voor bijvoorbeeld de aanvraag van een vergunning. Of om te bepalen waar uw erfgrens ligt.

  • Nieuwe straatnaam doorgeven

    Als er een nieuwe straat gebouwd wordt, moet deze straat ook een naam krijgen. U kunt een idee voor een straatnaam doorgeven aan de gemeente.

    Kijk eerst of de naam die u verzonnen heeft al bestaat in deze plaats.

  • Gebouw als woning gebruiken

    U mag een gebouw dat geen woning is niet zomaar gebruiken als woning. Bijvoorbeeld een kantoorgebouw of winkel. U heeft hier eerst een omgevingsvergunning voor nodig.

  • Basisregistratie adressen en gebouwen inzien

    In de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) staan de gegevens van alle adressen en gebouwen in de gemeente. Onder andere van huizen, kantoren en winkels. Zo kunnen bedrijven de BAG bijvoorbeeld gebruiken om adressenbestanden te vergelijken.

    Gegevens die al in de BAG staan, hoeft u niet meer door te geven aan overheidsorganisaties. Een adreswijziging hoeft u bijvoorbeeld maar 1 keer aan de gemeente door te geven. Andere overheden hebben deze informatie dan ook.

  • Navragen beperking op pand of grond

    Soms heeft een pand of een stuk grond een publiekrechtelijke beperking. De overheid legt deze beperking op. Voordat u een huis of een stuk grond koopt, is het handig om na te gaan of er een beperking geldt. Zo weet u wat u niet mag doen met het pand of stuk grond.

    Voorbeelden van publiekrechtelijke beperkingen zijn:

    • een woonverbod, omdat het pand onbewoonbaar verklaard is
    • een verbod op verbouwen, omdat het pand een monument is
    • een kapverbod, omdat het terrein een natuurmonument is
    • een verplichting om het terrein te registreren als verontreinigde grond

  • Omgevingsplan bekijken

    Een gemeente maakt een omgevingsplan. Hierin staat bijvoorbeeld waar woningen, horeca of andere bedrijven mogen komen. Vroeger stond dat in het bestemmingsplan.

    Ook staan in het omgevingsplan regels over het gebruik van de openbare ruimte.

    Bekijk het omgevingsplan als u wilt gaan bouwen of slopen. Of als u ergens een bedrijf wilt beginnen. In het omgevingsplan ziet u of dit wel mag.

    In een omgevingsplan staat onder andere:

    • de kenmerken van een wijk of gebied
    • de plannen die er voor de wijk of het gebied zijn
    • regels over de bebouwing, bijvoorbeeld:
      • de soort bebouwing die toegestaan is
      • de manier waarop gebouwd mag worden
      • archeologische vindplaatsen in een wijk of gebied
      • gemeentelijke monumenten
    • regels over het gebruik van de openbare ruimte, bijvoorbeeld:
      • regels over milieubelastende activiteiten
      • regels over bomen kappen
      • regels over parkeren

  • Omgevingsvergunning water aanvragen

    Als u grondwater of oppervlaktewater wilt gebruiken, dan moet u dit vooraf melden. Oppervlaktewater is onder andere slootwater, rivierwater, kanaalwater, zeewater en water uit een meer.

    U moet een vergunning aanvragen als:

    • u grondwater gebruikt in de buurt van een oppervlaktewater in beheer van Rijkswaterstaat
    • u meer dan 150.000 m3 grondwater per jaar gebruikt voor industriële toepassingen
    • u oppervlaktewater gebruikt in beheer van Rijkswaterstaat en waarbij:
      • u meer dan 100 m3 water per uur gebruikt; of
      • de instroomsnelheid meer is dan 0,30 meter per seconde

    Wanneer u water gebruikt van sloten, rivieren, meren en plassen in beheer van het waterschap, dan bepaalt het waterschap of u een vergunning moet aanvragen. Dit geldt ook voor grondwater in het beheergebied van het waterschap. Meer informatie vindt u op de website van het waterschap.

  • Afwijken van het omgevingsplan

    Een gemeente maakt voor gebieden een omgevingsplan. Vroeger was dit het bestemmingsplan. In het omgevingsplan staat welk doel het gebied heeft. Bijvoorbeeld wonen, groen, werken of recreatie. In het omgevingsplan staan ook regels waar u zich aan moet houden bij bouwen, verbouwen en slopen.

    Gaat u:

    • bouwen, verbouwen of slopen?
    • een deel van een gebouw aanpassen, zoals een schoorsteen, balkon of erker
    • een gebouw op een andere manier gebruiken?

    Dan moeten uw plannen passen in het omgevingsplan van de gemeente. Wilt u hiervan afwijken? Dan vraagt u een omgevingsvergunning aan voor een ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ (BOPA).

    Voor het bouwen of verbouwen zelf moet u vaak ook een omgevingsvergunning aanvragen of een melding doen voor een technische bouwactiviteit.

    Wijst de gemeente uw verzoek af? Dan kunt u de gemeente vragen om het omgevingsplan te wijzigen.

    Een verzoek tot wijzigen van het omgevingsplan is ingewikkelder dan een aanvraag voor een omgevingsvergunning BOPA. Het is daarom verstandig om eerst met de gemeente te overleggen over wat voor uw situatie de beste manier is.

  • Speelterreinen

    De gemeente heeft verschillende speelruimtes voor kinderen ingericht. Denk aan pleintjes met speeltoestellen en trapveldjes. Voor tieners zijn er hangplekken om elkaar te ontmoeten.

    Speelterreinen en -toestellen van de gemeente worden regelmatig gecontroleerd. Elk jaar gaat een onafhankelijke inspecteur langs elk speelterrein van de gemeente. De gemeente doet ook zelf inspecties.

    U kunt het melden als er iets mis is met een speelterrein. Aan de hand van uw melding kan de gemeente een reparatie uitvoeren. Ook kan de gemeente jeugd- en jongerenwerk inschakelen.

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor speelplaatsen en speeltoestellen van anderen. Bijvoorbeeld als mensen hun trampoline in de gemeentelijke speeltuin zetten. Een onderneming met een speelplaats moet die op eigen grond plaatsen en hem ’s nachts afsluiten.

    Let erop dat u uw hond niet uitlaat op speelterreinen.

    Een externe organisatie inspecteert één maal per jaar de speeltoestellen op veiligheid. De gemeente inspecteert de speeltoestellen en de speelplekken een aantal malen per jaar. Mocht u constateren dat een toestel onveilig is of heeft u vragen over speeltoestellen, dan kunt u contact opnemen met Ronald van Lent, via tel. 0571 - 27 98 51.