Zoekresultaat 11 - 13 van 13 resultaten

  • Vergoeding schade door waterbeheer

    Het kan voorkomen dat u schade lijdt door werkzaamheden in het waterbeheer. Dan kunt u vragen om schadevergoeding. Deze vorm van schadevergoeding heet nadeelcompensatie.

    U vraagt nadeelcompensatie aan bij de instantie die de werkzaamheden uitvoert. Bij regionale wateren is dat het waterschap of de provincie. Gaat het om rijkswater? Dan doet u het verzoek bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). U krijgt alleen nadeelcompensatie als het gaat om schade die niet voor uw rekening hoort te komen.

  • Registratieplicht voor onttrekking grondwater

    Als u grondwater uit de bodem haalt noemen we dat ‘onttrekken’. Als u daarna het water in de bodem brengt om het grondwater aan te vullen, noemen we dat ‘infiltreren’. Als u grondwater onttrekt via een inrichting of water infiltreert, moet u zich in sommige gevallen inschrijven bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is de instantie die aan u een omgevingsvergunning heeft gegeven of waar u een melding heeft gedaan voor het onttrekken van grondwater. Dit is meestal het waterschap, maar het kan ook gaan om het Rijk of de provincie. U moet zich aan de volgende regels houden:

    • U moet een registratie bijhouden van de gemeten hoeveelheden (grond)water die u onttrekt of infiltreert.
    • U moet elk jaar in januari laten weten hoeveel (grond)water u per kwartaal heeft onttrokken of geïnfiltreerd. Als u stopt met uw activiteiten moet u binnen een maand de hoeveelheden doorgeven.
    • U geeft veranderingen in de inrichtingen door. Als u water infiltreert, moet u ook de kwaliteit van het water meten, registreren en doorgeven.

    Binnen de provincie Zeeland is voor de registratie onderscheid gemaakt in de volgende categorieën ontrekking:

    • Onttrekken van grondwater ten behoeve van een bronbemaling, sleufbemaling, proefonttrekking, bodemsanering en/of een grondwatersanering;
    • Onttrekken van grondwater en/of infiltreren van water in de bodem ten behoeve van drinkwater, industrie, koude- of warmteopslag, natuur, recreatie of huishoudelijke doeleinden;
    • Onttrekking van grondwater ten behoeve van beregenings- of bevloeiingsdoeleinden.

  • Vrijstelling voor ontgrondingsvergunning

    U heeft een ontgrondingsvergunning nodig als u de bodem wilt gaan afgraven. Dit geldt voor land (het maaiveld) en de waterbodem. Haalt u een grondlaag weg, zoals klei, veen, zand of grind? Dan hoeft u soms geen vergunning aan te vragen. De Ontgrondingenverordening Zeeland 2002 begint met een opsomming van vrijstellingen van de vergunningplicht.

    Het gaat hierbij om:

    • het aanleggen, onderhouden, wijzigen of opruimen van waterstaatswerken, uit te voeren door of in opdracht van overheidslichamen;
    • het aanleggen, onderhouden, verruimen of verdiepen van greppels, sloten, grachten of andere watergangen door of in opdracht van overheidslichamen; 
    • het aanleggen, onderhouden, verruimen of verdiepen van greppels, sloten, grachten of andere watergangen anders dan bedoeld onder b, voor zover deze een bovenbreedte hebben of krijgen van niet meer dan 5 meter, een bodembreedte van niet meer dan 1,50 meter en een diepte van niet meer dan 1 meter beneden het vastgestelde zomerpeil of, bij gebreke daarvan, 2,50 meter beneden de gemiddelde hoogteligging van het aangrenzende terrein; 
    • het door of in opdracht van overheidslichamen aanleggen, wijzigen of opruimen van parkeerterreinen, vliegvelden, industrieterreinen, vuilstortplaatsen, bouwterreinen, sportterreinen, parken, plantsoenen en soortgelijke voorzieningen, waarvoor het ter plaatse geldende ruimtelijke besluit ingevolge van de Wet Ruimtelijke Ordening geen belemmering vormt; 
    • de normale uitoefening van het land-, tuin- of bosbouwbedrijf;
    • het uitvoeren van ontgrondingen, waarbij niet meer dan 1000 m³ wordt ontgraven en waarvoor het ter plaatse geldende ruimtelijk besluit ingevolge de Wet Ruimtelijke Ordening geen belemmering vormt; 
    • het maken, onderhouden, wijzigen of opruimen van bouwwerken krachtens een daartoe door het bevoegde bestuursorgaan verleende vergunning;
    • het doen van archeologische opgravingen door een rijksdienst, provinciale dienst, instelling voor wetenschappelijk onderwijs of een gemeente die daarvoor een vergunning heeft ingevolge de Monumentenwet;
    • de uitvoering van werken in gebieden die vallen onder de werking van de Natuurbeschermingswet; 
    • het uitvoeren van ontgrondingen op grond van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld natuurontwikkelingsproject.

    Ook in de Ontgrondingenwet zijn enkele gevallen genoemd van het zonder vergunning mogen ontgronden:

    • werkzaamheden bij overstromingen of dreigend gevaar van dijkdoorbraken; 
    • uitvoering van landinrichtingsplannen volgens de Landinrichtingswet: als daarvoor grond van elders moet komen, dan is voor die graafwerkzaamheden wel een vergunning nodig;
    • uitvoering van bodemsanering, gebaseerd op een provinciaal milieuprogramma: ook hiervoor geldt dat als grond van elders moet komen, daarvoor een vergunning is vereist.

    Voor alle graafwerkwerkzaamheden die hier niet aan bod zijn geweest, moet zonder meer een ontgrondingenvergunning worden aangevraagd.

    Kijk voor meer informatie over ontgrondingen bij 'Ontgrondingsvergunning' in dit loket.