Zoekresultaat 1 - 10 van 26 resultaten

  • Beroepschrift indienen

    U kunt tegen veel besluiten van de provincie bezwaar indienen. Wij beslissen over uw bezwaar. Als u het niet eens bent met de beslissing op uw bezwaar, kunt u in beroep gaan. Tegen sommige besluiten van de provincie kunt u meteen in beroep gaan.  

    U krijgt een brief van ons met de beslissing op uw bezwaar. In deze brief staat bij wie u in beroep kunt gaan. Dit is vaak bij de rechtbank.

    Vaak krijgt u een uitnodiging voor een rechtszitting. Tijdens de rechtszitting kunt u zelf vertellen waarom u het niet eens bent met de beslissing op uw bezwaar. U mag dit ook door uw advocaat laten doen. Wilt u iemand anders uw beroep laten indienen of tijdens de zitting spreken? Dan moet u deze persoon toestemming geven met een machtiging.

    Het besluit op uw eerdere bezwaar blijft gelden tot er een besluit is op uw beroep. Wilt u dat het besluit tijdelijk niet geldig is? Dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u bij de voorzieningenrechter van de rechtbank.

  • Verkeersbesluit, verzoek

    In verkeersbesluiten staan regels waar weggebruikers zich op de openbare weg aan moeten houden. Iedereen mag een verzoek tot een verkeersbesluit indienen. Denkt u hierbij aan het instellen van een maximumsnelheid of een parkeerverbod. Meestal vraagt de beheerder van de weg om de verkeersbesluiten. Ook u kunt een verzoek indienen. Als een verkeersbesluit eenmaal genomen is, wordt het gepubliceerd en rechtstreeks verzonden naar de aanvrager.

  • Evenementen op of aan het water, toestemming

    Bent u van plan om op of aan het Kanaal door Walcheren een evenement te organiseren? Dan moet u dit aanvragen bij de provincie.

    Evenementen kunnen zijn zwem-of roeiwedstrijden.

  • Dwangsom aanvragen bij een te laat besluit

    Neemt de provincie te laat een beslissing op uw aanvraag of bezwaarschrift voor een vergunning of ontheffing? Dan kunt u recht hebben op een dwangsom. Deze dwangsom is een boete die de provincie aan u moet betalen. De boete wordt opgelegd per dag dat de beslissing te laat is (maximaal 42 dagen). De hoogte van de boete is voor de eerste 14 dagen € 23 per dag. De 14 dagen daarna € 35 per dag en de overige dagen € 45 per dag. De maximale totale dwangsom is € 1442.

    U meldt de provincie schriftelijk dat de beslissing te laat genomen is. De provincie heeft daarna 2 weken de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Neemt de provincie in die 2 weken nog geen beslissing, dan heeft u recht op een dwangsom.

    Is er meer dan 1 aanvrager? Dan wordt het verschuldigde bedrag gelijk verdeeld over de aanvragers.

  • Zienswijze op afstoten cultuurgoed of verzameling

    Soms wil de provincie cultuurgoed afstoten. Bijvoorbeeld door het te verkopen. Denk aan een schilderij uit de 17e eeuw, een archeologische vondst of een verzameling antieke munten. Bent u het hier niet mee eens? Dien dan uw zienswijze in bij de provincie.

  • Informatie aanvragen of klachten indienen over zwembaden

    Plekken waar u kunt zwemmen of baden moeten schoon en veilig genoeg zijn. De provincie controleert dat. Het gaat dan niet alleen om openbare zwembaden, maar bijvoorbeeld ook om zwemvijvers, zwembaden in hotels en baden in spa’s.

    Wilt u weten of een openbare zwem- of badgelegenheid schoon en veilig is? Neem dan contact op met de provincie. Klachten over veiligheid en hoe schoon het is, meldt u ook bij de provincie.

  • Voorlopige voorziening

    Als u het niet eens bent met een besluit van de provincie, dan kunt u bezwaar maken. Wijst de provincie uw bezwaar af? Dan kunt u in beroep gaan bij de rechtbank.

    Daarnaast kunt u een verzoek indienen voor een voorlopige voorziening. Dit betekent dat u de rechtbank vraagt om het besluit tijdelijk niet uit te voeren. Bijvoorbeeld als u bezwaar maakt tegen een bouwvergunning. Met een voorlopige voorziening voorkomt u dat de bouw op korte termijn mag beginnen.

    Tegen sommige besluiten kunt u rechtstreeks bij de rechtbank in beroep gaan. U hoeft dan niet eerst een bezwaar in te dienen. Ook dan kunt u een voorlopige voorziening bij de rechtbank aanvragen.

  • Inzage in aanwijzing zwemlocaties

    De provincie wijst ieder jaar zwemlocaties aan op haar grondgebied die tijdens het zwemseizoen gebruikt mogen worden. Het zwemseizoen loopt van 1 mei tot 1 oktober.

    De provincie maakt eerst een aanwijzingsontwerp voor de zwemlocaties. U kunt dit aanwijzingsontwerp inzien bij de provincie tijdens de inzageperiode. U mag hier ook op reageren.

    De provincie laat weten wanneer het ontwerp van de aanwijzing bekend is. Dit doet zij via een provinciaal blad op overheid.nl en zeeland.nl

     

  • Activiteiten in een stiltegebied

    In een stiltegebied mag u in principe geen storend geluid maken. Op deze manier beschermen we de leefomgeving en natuur. Daarom gelden binnen stiltegebieden regels om geluidhinder te beperken of te voorkomen. Sommige activiteiten in stiltegebieden zijn verboden. Het gaat bijvoorbeeld om:

    • omroepinstallaties of muziekinstrumenten gebruiken
    • toertochten voor motorvoertuigen houden
    • varen met motorboten of waterscooters

    Hiervoor kunt u een ontheffing aanvragen. In een ontheffing staan regels waar u zich aan moet houden. Zonder ontheffing mag u geen activiteiten uitvoeren.

    Let op:

    Voor een activiteit in een stiltegebied heeft u misschien ook nog andere ontheffingen of vergunningen nodig. Bijvoorbeeld als de activiteit op een andere manier de natuur verstoort of het milieu vervuilt.

    Ook de gemeente kan regels maken voor geluid binnen een stiltegebied. Informeer daarom ook bij de gemeente waarin het stiltegebied ligt.

  • Uitzichtstroken, ontheffing

    Uitzichtstroken

    1. Het is verboden op en langs wegen buiten de bebouwde kom bouwwerken, wallen, beplanting, gewassen, terreinafscheidingen en andere uitzichtbelemmerende voorwerpen te hebben dan wel te maken, respectievelijk aan te brengen, tot een grotere hoogte dan 0,75 meter boven de kruin van de weg, binnen een strook die begrensd wordt door de as van de hoofdverkeersbaan en een denkbeeldige lijn tussen twee willekeurige punten van die as op een onderlinge afstand van maximaal
      1. 280 meter bij autowegen;
      2. 200 meter bij voorrangswegen, niet zijnde autowegen, en wegen met voorrangskruispunten;
      3. 135 meter bij andere dan de hiervoor bedoelde wegen.
    2. De onderscheiden afstanden zijn afstanden gemeten over de as van de betrokken verkeersbaan.
    3. Het verbod in het eerste lid, aanhef, geldt eveneens binnen gebieden bij kruisingen en aansluitingen van wegen buiten de bebouwde kom, die worden begrensd door denkbeeldige lijnen die de hierna omschreven punten van de samenkomende wegen onderling verbinden:
      1. bij kruisingen en aansluitingen van zijwegen met autowegen, de punten in de as van de hoofdverkeersbaan van de autoweg op een afstand van 300 meter ter weerszijden van het snijpunt van de assen van de hoofdverkeersbanen van de samenkomende wegen en een punt in de as van de hoofdverkeersbaan van de zijweg op 10 meter afstand uit het genoemde snijpunt, met inachtneming van het gestelde in het derde lid en onverminderd het bepaalde in het vierde lid;
      2. bij kruisingen en aansluitingen van zijwegen met wegen waarop het verkeer voorrang heeft, de punten in de as van de hoofdverkeersbaan van de voorrangsweg op een afstand van 200 meter ter weerszijden van het snijpunt van de assen van de hoofdverkeersbanen van de samenkomende wegen en een punt in de as van de hoofdverkeersbaan van de zijweg op 10 meter afstand uit het genoemde snijpunt, met inachtneming van het gestelde in het derde lid en onverminderd het bepaalde in het vierde lid;
      3. bij kruisingen en aansluitingen van gelijkwaardige wegen de punten in de assen van de hoofdverkeersbanen van de samenkomende wegen op 40 meter afstand uit het snijpunt van die assen.
    4. Bij autowegen met twee hoofdverkeersbanen en dito voorrangswegen is de dichtst bij de zijweg gelegen hoofdverkeersbaan bepalend voor de toepassing van het tweede lid.
    5. Ten aanzien van parallelwegen of fietspaden die deel uitmaken van autowegen of wegen waarop het verkeer voorrang heeft, is het tweede lid, aanhef, van overeenkomstige toepassing voor gebieden die worden begrensd door denkbeeldige lijnen tussen punten op de buitenzijkant van de parallelweg of het fietspad, op een afstand van 75 meter ter weerszijden van het snijpunt van die buitenzijkant met de as van de van de hoofdverkeersbaan van de zijweg en een punt in die as op 5 meter buiten het genoemde snijpunt.
    6. Het verbod als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel c, geldt niet voor bomen, mits deze hoog zijn opgesnoeid en tussen de stammen voldoende doorzicht voor verkeersdeelnemers aanwezig is.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Roerende zaken opslaan

    Op grond van artikel 2.2 (sub j en k) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om roerende zaken op te slaan in het daarbij aangewezen gedeelte van de Provincie, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in artikel 11 van de Wegenverordening Zeeland 2010 is bepaald dat het verboden is om in uitzichtstroken uitzichtbelemmerende voorwerpen te hebben geldt dat als het uitzichtbelemmerend voorwerp aan te merken is als een roerende zaak voor deze handeling een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl.