Zoekresultaat 1 - 10 van 30 resultaten

  • Inzet BIBOB-instrumentarium bij vergunningen ex artikel 8.1 Wet Milieubeheer

    De provincie Zeeland kan de aanvrager of de houder van een milieuvergunning ex artikel 8.1 Wet milieubeheer verzoeken een vragenformulieren in te vullen op basis waarvan de provincie aan de hand van indicatoren beoordeeld wordt of er aanleiding bestaat om een advies bij het bureau BIBOB te vragen.

    Verklaring bij een aanvraag
    De provincie Zeeland heeft ervoor gekozen een bedrijf in de afvalbranche bij iedere aanvraag van een milieuvergunning te verzoeken om een dergelijk vragenformulier in te vullen. Ten aanzien van overige aanvragers geldt dat de provincie ervoor kan kiezen dit verzoek te doen, indien informatie van handhaving of indicaties die zij krijgt bij de aanvraag daartoe leidt. Ook kan in alle gevallen op basis van een advies van het Openbaar Ministerie een BIBOB-intake gestart worden.

    Verklaring voor een houder van een milieuvergunning
    Aan een drijver van een inrichting die over een geldende vergunning beschikt, kan een verzoek worden gedaan om de vragenformulieren in te vullen. Dit kan uiteindelijk resulteren in een adviesaanvraag bij het bureau BIBOB en een intrekkingsprocedure van de vergunning. Gelet op het ingrijpende karakter van dit instrument zal hier in beginsel terughoudend mee omgegaan worden. Een voorbeeld wanneer een dergelijke procedure opgestart zal worden is na een concreet advies van de BIBOB Officier van justitie.

  • Evenementen op of aan het water, toestemming

    Bent u van plan om op of aan het Kanaal door Walcheren een evenement te organiseren? Dan moet u dit aanvragen bij de provincie.

    Evenementen kunnen zijn zwem-of roeiwedstrijden.

  • Vuurwerk afsteken

    Als u met uw bedrijf vuurwerk gaat afsteken, heeft u een toepassingsvergunning nodig. Daarnaast moet u elke keer dat u vuurwerk gaat afsteken een melding doen of een ontbrandingstoestemming aanvragen bij de provincie.

    De ontbrandingstoestemming heeft u nodig als u bepaalde hoeveelheden of soorten vuurwerk wilt afsteken. Bijvoorbeeld:

    • professioneel vuurwerk
    • consumentenvuurwerk (meer dan 200 kilogram)
    • theatervuurwerk (meer dan 20 kilogram)

     Wilt u geen professioneel vuurwerk afsteken? Of minder vuurwerk? Dan doet u een ontbrandingsmelding.

    Wanneer u met uw bedrijf vuurwerk wilt afsteken, moet u een ontbrandingsmelding indienen bij de provincie op wiens grondgebied het vuurwerk gepland staat. Na deze ontbrandingsmelding krijgt u een acceptatiebrief of een afwijzing. Ook de veiligheidsregio en de gemeente waar het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht worden van deze melding op de hoogte gebracht.

  • Aanbrengen en snoeien van beplanting, ontheffing

    Aanbrengen en snoeien van beplanting

    1. Het is verboden op een weg beplanting aan te brengen, dan wel aanwezige beplanting - anders dan bij gewoon onderhoud - te snoeien of te verwijderen.
    2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover het in strijd is met bevoegdheden van zakelijk gerechtigden ten aanzien van de beplanting.
    3. Het voornemen om krachtens een zakelijk recht beplanting op een weg aan te brengen of aanwezige beplanting te snoeien of te verwijderen, wordt door de zakelijk gerechtigde ten minste vier weken voordat deze daartoe overgaat, meegedeeld aan de wegbeheerder. De wegbeheerder kan, ter bescherming van de weg en het veilige gebruik ervan, voorschriften geven waaraan de zakelijk gerechtigde zich bij de uitvoering van het voornemen dient te houden.


    Ontheffing of omgevingsvergunning


    Houtopstanden vellen / verwijderen beplanting
    Op grond van artikel 2.2 (sub g) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om houtopstanden te vellen of te doen vellen, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in de Wegenverordening Zeeland 2010 (artikel 5 en 13) is bepaald dat het verboden is om op een weg aanwezige beplanting te verwijderen dient hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl. Voor het verwijderen van beplanting hoeft u dit formulier dus niet in te vullen.

    Aanbrengen beplanting / snoeien
    Van het verbod om beplanting aan te brengen of te snoeien kan door het College van GS ontheffing worden verleend op grond van de Wegenverordening Zeeland (artikel 5 en 13). Het formulier dat u op deze site aantreft is uitsluitend bestemd voor het aanbrengen of snoeien van beplanting.

  • Opheffing school voor voortgezet (speciaal) onderwijs, meldingsplicht

    Een school voor voortgezet (speciaal) onderwijs is verplicht om opheffing van de school te melden aan diverse instanties en personen. U doet als directeur een melding van de opheffing aan:

    • de minister
    • de provincie
    • de Inspectie van het Onderwijs

    Gaat het om een school voor speciaal onderwijs? Dan meldt u dit ook aan de burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school is gelegen. U meldt de opheffing uiterlijk 2 weken nadat het besluit is genomen.

  • FinanciĆ«le stukken provincie, inzage

    De financiële stukken van de provincie zijn openbaar. Financiële stukken zijn bijvoorbeeld:

    • de programmabegroting
    • het jaarverslag
    • de jaarrekening

    Iedereen kan deze stukken inzien. De provincie maakt via een openbare kennisgeving bekend wanneer de stukken beschikbaar zijn. Op verzoek liggen de stukken ter inzage in het provinciehuis. Ook kunt u de stukken digitaal bekijken. 

  • Koninklijke onderscheidingen, toekenning

    Ieder jaar reikt de burgemeester koninklijke onderscheidingen uit aan mensen die zich om verschillende redenen inzetten binnen en voor de samenleving. Als u vindt dat iemand voor een onderscheiding in aanmerking komt, dan kunt u voor die persoon een aanvraag indienen bij de gemeente. Soms overhandigt de Commissaris van de Koning een onderscheiding. Bijvoorbeeld aan een burgemeester.

  • Gemeenschappelijke regelingen, geschilbeslechting

    De provincie biedt hulp bij meningsverschillen tussen (verschillende) gemeentebesturen over hoe gemeentelijke regelingen moeten worden toegepast. Bestaat er een meningsverschil waar u samen niet uitkomt? Dan kan het gemeentebestuur het meningsverschil voorleggen aan de provincie. De provincie neemt dan een besluit.

  • Gebruik van en activiteiten op wegen, ontheffing

    1. Het is verboden:
      1. op een weg land- en tuinbouwproducten te deponeren of te hebben, anders dan voor korte tijd op toegangsdammen buiten de berm en op geen kleinere afstand dan 1,80 meter uit de dichtstbij gelegen verkeersbaan;
      2. op een weg stoffen of voorwerpen te deponeren en te hebben die de weg verontreinigen of de afwatering van de weg belemmeren, dan wel gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg en de veiligheid van het verkeer op de weg;
      3. een weg zodanig te gebruiken dat daardoor schade aan die weg ontstaat;
      4. beplantingen en andere vegetatie op een weg te bemesten of met chemische stoffen te behandelen, dan wel de vegetatie op bermen en in bermsloten te maaien;
      5. op een weg een standplaats in te nemen of in te richten voor het ten verkoop aanbieden en leveren van producten;
      6. zich met een voertuig op een weg te begeven, anders dan via een weg, een uitweg of werken die tot uitweg dienen;
      7. een uitweg of werken die tot uitweg dienen, voor een ander doel te gebruiken dan tijdens het maken daarvan gebruikelijk was in verband met de bestemming van het terrein waarvoor de uitweg dient.
      8. Het is verboden in:
        1. delen van bouwwerken die tot boven een weg reiken, te maken of te hebben;
        2. aan bouwwerken langs een weg, voorwerpen, die tot boven de weg reiken, te bevestigen of te hebben;
        3. touwen, draden of kabels over een weg te spannen of te hebben;
        4. uitstekende delen van buiten een weg aanwezige beplanting tot boven of in die weg te laten reiken, tenzij die beplanting wordt onderhouden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, tweede lid, voor beplanting op een weg.
    2. Het eerste lid, aanhef en onderdeel d, is niet van toepassing ten aanzien van maaiwerk aan bermsloten door of namens een waterschap, voor zover de zorg voor de waterbeheersing dat vereist.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Roerende zaken opslaan
    Op grond van artikel 2.2 (sub j en k) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om roerende zaken op te slaan in het daarbij aangewezen gedeelte van de Provincie, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in de Wegenverordening Zeeland 2010 (artikel 8) is bepaald dat het onder meer verboden is om land- en tuinbouw gewassen op te slaan en deze zaken in sommige gevallen aangemerkt kunnen worden als roerende zaken dient hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl.

  • Gedragingen in waterwingebieden, ontheffing

    U kunt ontheffing vragen voor gedragingen in waterwingebieden voor:

    • het hebben, gebruiken, vervoeren of op of in de bodem brengen van schadelijke stoffen;
    • het tot stand brengen, hebben of gebruiken van constructies met het doel het vervoeren, bergen, opslaan, overslaan, storten of verzinken van schadelijke stoffen door, op of in de bodem;
    • het aanleggen, hebben of reconstrueren van wegen, parkeergelegenheden, terreinen die voor gemotoriseerd verkeer openstaan, waterwegen of spoorwegen;
    • het tot stand brengen van zwembaden;
    • het tot stand brengen van een gebouw in de zin van de Woningwet;
    • het oprichten, in exploitatie nemen of hebben van boorputten;
    • het dieper roeren dan 1 meter onder het maaiveld van de grond of anderszins werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren.

    Daarnaast kan ontheffing worden verleend voor:

    • begraafplaatsen of terreinen voor de uitstrooiing van as respectievelijk voor kampeergelegenheden, recreatiecentra of kampementen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening dan wel op het tijdstip van de aanwijzing van een waterwingebied, bestaan of in aanleg zijn