Zoekresultaat 11 - 20 van 29 resultaten

  • Verzamelen onderwaterorganismen, ontheffing

    Artikel 4.5.2.1
    Het is een ieder die zich langs, te, op of onder een oppervlaktewater bevindt verboden, zonder ontheffing van Gedeputeerde Staten:

    • waterplanten en wieren uit te steken, af te snijden of anderszins te verwijderen, voorhanden te hebben of te vervoeren;
    • waterdieren nodeloos te verontrusten, te vangen, te doden, voorhanden te hebben of te vervoeren;
    • voorwerpen bij zich te hebben die kennelijk tot doel hebben een onder a of b verboden handeling te verrichten.

    Artikel 4.5.2.2
    De aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4.5.2.1 wordt in enkelvoud ingediend.

    Zeeland kent een rijk onderwaterleven. Het mariene onderwatermilieu is een van de ruimtelijke kwaliteiten die Zeeland als provincie kenmerkt. De onderwaterflora en -fauna in Zeeland, met name die in de Delta, is uitgestrekt en niet alleen van belang uit het oogpunt van natuur maar zeker ook vanuit een recreatief oogpunt. Steeds meer watersporters weten de Delta als aantrekkelijk onderwatersportgebied te vinden. Deze toenemende belangstelling leidt helaas ook tot het 'oogsten' van met name commercieel interessante schaal- en schelpdieren, zoals kreeften en oesters, maar ook andere soorten, zoals anemonen voor aquaria.

    De onderwaterflora en -fauna wordt slechts voor een beperkt deel beschermd door specifieke natuurwetgeving zoals de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Ook de Visserijwet kent een beperkte bescherming.

    Omdat de provincie Zeeland de karakteristieke onderwaterflora en -fauna bescherming wil bieden, is in deze Provinciale Milieuverordening een regeling opgenomen die het verbiedt om, zonder dat men daartoe over de benodigde ontheffing beschikt, waterplanten of -dieren behorend tot de onderwaterflora en -fauna te bemachtigen en in bezit te hebben. De regeling heeft als strekking om diegenen die moedwillig waterplanten of waterdieren uit het water halen in beschermde gebieden te sanctioneren.

    Ontheffing van dit verbod kan worden verleend voor educatieve of onderzoeksdoeleinden. Dit doel moet duidelijk blijken uit de bij de aanvraag overlegde gegevens. Het verbod is niet van toepassing voor degene die beschikt over een geldige ontheffing op grond van de Visserijwet of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998. Sportvissers die vissen op basis van een VISpas, dan wel vissen met de toegestane middelen in kustwater vallen evenmin onder het verbod.

     

  • Afmetingen en diepgang van schepen, ontheffing

    Het is verboden zich op de genoemde gedeelten van de vaarweg te bevinden met een schip of samenstel, dat met inbegrip van de lading, de toegestane afmetingen of diepgang overschrijdt: zie tabel

    1. Gedeputeerde Staten kunnen de regeling, als bedoeld in het eerste lid, wijzigen. Op een besluit tot wijziging van deze regeling is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
    2. Het besluit tot wijziging, bedoeld in het tweede lid, wordt bekendgemaakt door publicatie in het Provinciaal blad.

     

  • Gedragingen in grondwaterbeschermingsgebieden, ontheffing

    U kunt ontheffing vragen voor gedragingen in grondwaterbeschermingsgebieden (bep. 3.2.3):

    • het hebben, gebruiken, vervoeren of op of in de bodem brengen van schadelijke stoffen;
    • het tot stand brengen, hebben of gebruiken van constructies met het doel het vervoeren, bergen, opslaan, overslaan, storten of verzinken van schadelijke stoffen door, op of in de bodem;
    • het op te richten, het hebben of gebruiken van begraafplaatsen of terreinen voor de uitstrooiing van as;
    • het aanleggen, hebben of reconstrueren van wegen, parkeergelegenheden, terreinen die voor gemotoriseerd verkeer openstaan, waterwegen of spoorwegen;
    • het aanleggen, hebben, in exploitatie nemen of exploiteren van kampeergelegenheden, recreatiecentra of kampementen;
    • het tot stand brengen van zwembaden;
    • het tot stand brengen van een gebouw in de zin van de Woningwet;
    • het dieper roeren dan 1 meter onder het maaiveld van de grond of anderszins werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren.

  • Begroting en rekening waterschappen, kennisnemen

    De provincie bekijkt jaarlijks de begroting en de jaarrekening van de waterschappen. Dan controleert zij of de stukken voldoen aan de geldende wetgeving en aan de bedrijfsmatige uitgangspunten. Ook worden de beleids- en algemene waterschapsontwikkelingen zorgvuldig in de gaten gehouden. Het bestuur van de waterschappen stuurt de stukken op naar de provincie.

    Indien de Algemene Vergadering de jaarrekening niet of niet naar behoren vaststelt, zendt het dagelijks bestuur de jaarrekening ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten.

  • Bemiddeling gemeenten en waterschappen door provincie

    De provincie bemiddelt bij meningsverschillen tussen of met gemeenten en waterschappen. De provincie biedt ook hulp als er problemen zijn tussen een gemeente, een burger of een bedrijf.

  • Aanbrengen en snoeien van beplanting, ontheffing

    Aanbrengen en snoeien van beplanting

    1. Het is verboden op een weg beplanting aan te brengen, dan wel aanwezige beplanting - anders dan bij gewoon onderhoud - te snoeien of te verwijderen.
    2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover het in strijd is met bevoegdheden van zakelijk gerechtigden ten aanzien van de beplanting.
    3. Het voornemen om krachtens een zakelijk recht beplanting op een weg aan te brengen of aanwezige beplanting te snoeien of te verwijderen, wordt door de zakelijk gerechtigde ten minste vier weken voordat deze daartoe overgaat, meegedeeld aan de wegbeheerder. De wegbeheerder kan, ter bescherming van de weg en het veilige gebruik ervan, voorschriften geven waaraan de zakelijk gerechtigde zich bij de uitvoering van het voornemen dient te houden.


    Ontheffing of omgevingsvergunning


    Houtopstanden vellen / verwijderen beplanting
    Op grond van artikel 2.2 (sub g) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om houtopstanden te vellen of te doen vellen, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in de Wegenverordening Zeeland 2010 (artikel 5 en 13) is bepaald dat het verboden is om op een weg aanwezige beplanting te verwijderen dient hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl. Voor het verwijderen van beplanting hoeft u dit formulier dus niet in te vullen.

    Aanbrengen beplanting / snoeien
    Van het verbod om beplanting aan te brengen of te snoeien kan door het College van GS ontheffing worden verleend op grond van de Wegenverordening Zeeland (artikel 5 en 13). Het formulier dat u op deze site aantreft is uitsluitend bestemd voor het aanbrengen of snoeien van beplanting.

  • Zaken op, in en boven wegen, ontheffing

    Zaken op, in en boven wegen

    1. Het is verboden op, respectievelijk in wegen:
      1. masten, palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden, spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen te plaatsen of te hebben;
      2. kabels en leidingen te leggen of te hebben;
    2. Het is verboden in:
      1. delen van bouwwerken die tot boven een weg reiken, te maken of te hebben;
      2. aan bouwwerken langs een weg, voorwerpen, die tot boven de weg reiken, te bevestigen of te hebben;
      3. touwen, draden of kabels over een weg te spannen of te hebben;
      4. uitstekende delen van buiten een weg aanwezige beplanting tot boven of in die weg te laten reiken, tenzij die beplanting wordt onderhouden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, tweede lid, voor beplanting op een weg.
    3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet voor middelen, gebruikt voor het openbaren van gedachten of gevoelens, bedoeld in artikel 7 van de Grondwet, mits deze middelen door hun plaats, omvang, vormgeving of constructie geen gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg en de veiligheid van het verkeer op de weg.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Handelsreclame
    Op grond van artikel 2.2 (sub h en i) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om handelsreclame te maken met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats (zoals de openbare weg) dit verbod geldt om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in artikel 7 van de Wegenverordening Zeeland 2010 is bepaald dat het onder andere verboden is om masten, palen, borden, spandoeken, vlaggen etc. te plaatsen op, in of boven de weg, geldt dat als deze activiteit betrekking heeft op handelsreclame hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl

  • Wijzigen en aantasten van wegen, ontheffing

    Wilt u als eigenaar of belanghebbende van aan een provinciale weg liggende gronden naar die weg bijvoorbeeld een uitweg maken, aanpassen of wijzigen, dan moet u daartoe een verzoek indienen bij het bevoegd gezag. Omdat iedere uitweg een gevarenpunt kan zijn, wordt een dergelijk verzoek alleen ingewilligd als er geen andere uitwegmogelijkheden zijn. In principe wordt één uitweg per kadastraal perceel toegestaan. Een en ander afhankelijk van de inrichting en het gebruik van het kadastraal perceel.

    Wijzigen en aantasten van wegen

    1. Het is verboden:
      • een weg op een bestaande weg aan te sluiten;
      • naar een weg een uitweg te maken of te hebben of een bestaande uitweg te wijzigen;
      • de aard en de afmetingen van een weg te wijzigen;
      • in een weg te graven of deze op een andere wijze aan te tasten;
      • enig ander werk uit te voeren waardoor in de toestand van een weg verandering wordt gebracht.
    2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van het uitvoeren van onderhoud aan bermsloten door of namens een waterschap, voor zover dat onderhoud in  overeenstemming is met de legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet en 5.2 Waterverordening Zeeland en /of artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet (Stb.1991/379, zoals sindsdien gewijzigd).

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Op grond van artikel 2.2 (sub d en e) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om:

    • een weg aan te leggen of verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg, voor zo ver daarvoor tevens een verbod geldt als in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
    • een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen

    een zodanige bepaling geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning.

    In de Wegenverordening Zeeland is in artikel 6 bepaald dat het verboden is om nieuwe (uit)wegen aan te leggen, te wijzen of aan te tasten. Concreet betekent dit dat u voor deze activiteiten een omgevingsvergunning dient aan te vragen bij het bevoegd gezag. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl. Voor bovengenoemde gevallen hoeft u dit formulier dus niet in te vullen.

    Uitzondering
    Wanneer ingevolge een bestemmingsplan, een beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit de aanleg of wijziging van een weg is toegestaan hoeft geen omgevingsvergunning te worden aangevraagd. U dient nog wel een ontheffing op grond van de Wegenverordening Zeeland bij het College aan te vragen. Het formulier dat u op deze site aantreft is uitsluitend bestemd voor deze uitzonderingssituatie.

  • Provinciale besluiten, inzage

    Iedereen die dat wil, mag besluiten van het provinciaal bestuur met algemeen verbindende voorschriften inzien. Dit is gratis. U kunt de stukken bekijken via internet, op het provinciehuis of op een andere door de provincie te bepalen plaats. U kunt een afschrift van de provinciale besluiten tegen betaling aanvragen.

  • Gemeenschappelijke regelingen, geschilbeslechting

    De provincie biedt hulp bij meningsverschillen tussen (verschillende) gemeentebesturen over hoe gemeentelijke regelingen moeten worden toegepast. Bestaat er een meningsverschil waar u samen niet uitkomt? Dan kan het gemeentebestuur het meningsverschil voorleggen aan de provincie. De provincie neemt dan een besluit.