Zoekresultaat 261 - 270 van 277 resultaten

  • Leerlingenvervoer aanvragen

     

    Leerlingenvervoer wordt onder voorwaarden toegekend naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school.. Kiest u een school die verder weg ligt, terwijl hetzelfde type onderwijs (of dezelfde richting van het onderwijs) dichterbij ook mogelijk is, dan komt u mogelijk niet in aanmerking voor leerlingenvervoer.

     Er zijn vier vormen van leerlingenvervoer. Wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt de vorm van het leerlingenvervoer bepaald op basis van de mogelijkheden van de leerling. Eventueel kan een medische keuring door een onafhankelijke keuringsarts nodig zijn.

    1. Fietsvergoeding
      Leerlingen die zelfstandig of onder begeleiding kunnen fietsen, krijgen een vergoeding van € 0,09 per kilometer. Als tijdens het fietsen (tijdelijke) begeleiding nodig is, kennen we voor de begeleiding een vergoeding toe van € 0,09 per kilometer.
    2. Openbaar vervoer
      Leerlingen die - met of zonder (tijdelijke) begeleiding - kunnen reizen met het openbaar vervoer, krijgen een vergoeding op basis van het OV-tarief voor de afstand van het woonadres naar de school. Als hierbij (tijdelijke) begeleiding nodig is, ontvangt de begeleider ook een OV vergoeding .
    3. Eigen vervoer
      Ouders/verzorgers van leerlingen die in aanmerking komen voor aangepast of openbaar vervoer, kunnen aangeven of ze de leerling zelf met de fiets of de auto naar school willen brengen. De vergoeding is dan een bedrag op basis van openbaar vervoer of een kilometervergoeding voor de fiets of auto: 
    • 0 - 5000 = €0,24
    • 5001 - 10000 = €0,18
    • 10001 - 20000 = €0,14
    1. Aangepast vervoer (taxibus)
      Bij aangepast vervoer wordt de leerling in een taxi(busje) vanaf het verblijfsadres naar school gebracht. Uitgangspunt is dat het vervoer wordt gecombineerd met andere leerlingen. Leerlingen kunnen een beroep op aangepast vervoer (taxibus) doen wanneer:
    • zij door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuigelijke of psychische handicap niet in staat zijn (ook niet onder begeleiding) om (of ander eigen vervoersmiddel) of te reizen met het openbaar vervoer;
    • de reistijd met het openbaar vervoer langer is dan 1,5 uur en de reistijd per taxi (aangepast vervoer) tot de helft korter wordt;
    • er geen openbaar vervoer mogelijk is naar de school.

     

     

     

     

  • Grondwater, hinder en overlast door riolering of water op straat

    Grondwater, grondwater standen, stank in huis, storing aan het drukriool, verstoppingen in de huisaansluiting en wateroverlast.

    Wilt u iets melden? Dat kan digitaal, maar uiteraard kunt u ook telefonisch contact opnemen door te bellen met (0548) 630 000.

    Woningen in het buitengebied zijn meestal aangesloten op de drukriolering. Als een pand aangesloten is op de drukriolering staan er grijze/groene kasten langs de weg, die een rode storingslamp hebben. 

    Brandt de rode lamp op een schakelkast, staat het deurtje open of is de kast beschadigd dan kunt u contact opnemen met de storingsdienst, telefoon 0650 280 885, van de gemeente Hellendoorn.

    Wilt u een nieuwe huisaansluiting of uw huisaansluituing laten vernieuwen. U vraagt bij bouw of verbouw 'altijd' eerst een rioolaansluiting aan bij de gemeente en gebruikt hiervoor het Aanvraagformulier huisaansluiting riolering.

    Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden op deze pagina; Huisaansluiting op de riolering.

    Informatie over de grondwaterstanden in de gemeente Hellendoorn

    De gemeente Hellendoorn heeft veel plekken waar de hoogte van het grondwater gemeten wordt. Dit gebeurt in kleine buizen die bijna helemaal onder de grond zitten en door gaten onderin komt het grondwater in de buis. Met speciale apparatuur wordt gemeten hoe hoog het water staat en dit gebeurd automatisch.

    Als u graag de grondwaterstand in uw omgeving wilt bekijken dan kunt u dat doen door de volgende link te openen; Hellendoorn grondwatermeetnet.

    Grondwater

    Een hoge grondwaterstand kan leiden tot grondwateroverlast. De gemeente kan niet altijd voorkomen dat er wateroverlast ontstaat (is ook niet de taak van de gemeente). Daarom zullen inwoners soms zelf aanvullende maatregelen (waterhuishoudkundig en/of bouwkundig) moeten nemen.
    Als u last heeft van grondwateroverlast ga dan eerst na of uw buren of andere woningen in de buurt dezelfde problemen hebben. Als u de enige bent die last heeft van grondwateroverlast ga dan na of uw riolering of waterleiding niet lek is.

    De eigenaar van een woning is zelf verantwoordelijk voor het op eigen terrein treffen van maatregelen tegen wateroverlast.

    De gemeente kan u adviseren over de te treffen maatregelen.

    Als er sprake is van wateroverlast op uw eigen terrein, heeft u de volgende taken:

    • nemen van waterhuishoudkundige maatregelen, bijvoorbeeld aanleg van drainage;
    • nemen van bouwkundige maatregelen om bouwtechnische gebreken te verhelpen, zoals niet-waterdichte kelders, lekke convectorputten of te diepe kruipruimtes;
    • nemen van maatregelen als er sprake is van een slechte structuur / doorlatendheid van de gronden;
    • nemen van voorzieningen voor de ontwatering bij de ontwikkeling (bouw en woonrijp maken) van nieuwe gebieden.

    Grondwater nieuwbouw

    Tijdens de bouwfase rijdt vaak zware apparatuur over de omliggende grond. Het gevolg daarvan is een verdichting van de ondergrond. Vlak voor de oplevering van het pand worden de toekomstige tuinen voorzien van een laag teelaarde, vaak zonder dat de ondergrond is omgewerkt. Het gevolg hiervan kan zijn dat u maanden later na flinke regenval in een inmiddels ingerichte tuin wateroverlast ondervindt. Het water kan niet weg door de verdichte ondergrond.

    hinder kruipruimte

     

    Let er daarom op dat voor het aanbrengen van de teelaarde eventuele verdichtingen van de ondergrond eerst worden omgewerkt (door minimaal 1 meter diep te laten spitten, let wel op riolering en kabels en leidingen die in de ondergrond zitten). Als dit niet geregeld is door de aannemer, zorg er dan zelf voor. Voorkomen is beter dan genezen!

    Als doorspitten geen optie is omdat de tuin al is ingericht is het aanbrengen van grindpalen een mogelijkheid. Dit kan met behulp van een grondboor relatief eenvoudig. U boort een gat met de boor zo diep mogelijk en vult deze met grind. Om te voorkomen dat het grind verstopt doordat de grond ertussen spoelt is er een eenvoudige truc: een oude panty. U vult de panty boven het gat met grind en laat deze beetje bij beetje zakken aan het eind legt u een knoop.

    Overigens vermindert wateroverlast in tuinen van nieuwbouwwijken vaak na enkele jaren, wanneer het groen een volwassen wortelstelsel heeft ontwikkeld en het bladoppervlak meer water verdampt.

     

    Klimaatadaptatie

    Extreem weer. Daar hebben we steeds vaker last van. Het ene moment is het extreem warm en zit je dagenlang te zweten. Het andere moment komt de regen met bakken uit de lucht. Samen pakken we de vervelende gevolgen van extreem weer aan. Als iedereen een steentje bijdraagt, maken we het met elkaar een stuk aangenamer. Ook in Hellendoorn komen we in actie. 

    U kunt voor meer informatie de pagina Klimaatadaptatie in Hellendoorn raadplegen.

    Kolk zonder deksel

    Kolken zijn de roosters in de weg die voor de afvoer van regenwater van de straat zorgen.

    Als een kolk kapot is of als u overlast ervaart, meld het dan.

    Een duiker is een buis onder de weg, die watergangen met elkaar verbindt. Meld het als u gezien heeft dat het water niet goed doorstroomt. De beheerder kan dan langskomen om de oorzaak te achterhalen.

    Losliggende putdeksels, verstopte kolken en duikers

    Putten zijn de grote ronde deksels in weg of trottoir. In de straat vindt u soms ook peilbuisdeksels, dit zijn kleine kunststof deksels.

    Is er sprake van een gevaarlijke situatie, bijvoorbeeld als er een putdeksel weg is. Meld het dan direct!

    Stank, vuil in het water en dode dieren/ vissen

    Heeft u last van, of ziet u:

    • Stank
    • Vuil in het water
    • Dode dieren en vissen

    Doe dan een melding bij de gemeente.

     

    Stank

    Stinkt de sloot of gracht bij u in de buurt? Dit kan meerdere oorzaken hebben. Meldt u het aan de gemeente zodat wij de oorzaak kunnen achterhalen.

    Bij hevige regenval wordt soms het teveel aan regenwater in het riool `als nooduitlaat` naar open water gevoerd (overstort). Hierdoor kan tijdelijk stankoverlast optreden. Neem bij langdurige overlast contact op met de gemeente.

    Vuil in het water

    Bij waterverontreiniging is snel handelen belangrijk om te voorkomen dat het erger wordt. Dus heeft u waterverontreiniging, zoals olie of gevaarlijk afval, gesignaleerd? Meld het direct !

    Bij minder ernstige vormen van waterverontreiniging, bijvoorbeeld bij zwerfvuil in het water, verzoeken wij u dit te melden.

    Een overstort soms leiden tot een tijdelijk zuurstoftekort in het water. Het kan dan voorkomen dat u na een hevige regenbui dode vissen ziet in het oppervlaktewater.

    Dode dieren en vissen

    Soms treft u in de zomermaanden zieke of dode vissen en watervogels aan in of nabij vijvers, of ander oppervlaktewater. Dit kan wijzen op botulisme of blauwalg. Zwem niet in water waarin dode dieren drijven. Een klein wondje kan al leiden tot een ernstige besmetting. Raak dode dieren nooit met blote handen aan. Wanneer u dode dieren in het water aantreft, meld het dan bij de gemeente of neemt u contact op met het waterschap Vechtstromen of Drents Overijsselse Delta.

    U kunt op de overkoepelende pagina van de waterschappen nagaan in welk beheergebied u zich bevind.

    Er kan een massale vissterfte ontstaan wanneer hitte, droogte en stortbuien samengaan.

    Gemeente en waterschap nemen diverse maatregelen om dit te voorkomen, maar het zal nooit helemaal uit te sluiten zijn.

    Een warme periode kan plotsklaps eindigen in een extreme (onweers)bui. Voor de vissen zijn deze donderbuien vaak minder plezierig. De plotselinge en extreme regenbuien veroorzaken overvolle riolen. Riooloverstorten treden dan in werking, waarbij er veel vuil in de beken terecht komt. Voor het afbreken van dit vuil is veel zuurstof nodig, waardoor het zuurstofgehalte in het water daalt, met een risico op happende en zelfs dode vis.

    Ook kan er een tekort aan zuurstof ontstaan als er kwalijke stoffen in het water geloosd zijn.

    De waterbeheerder tracht in het natraject de oorzaak te achterhalen. Is er sprake van een overtreding, dan probeert het waterschap de dader op te sporen. Zij houdt u op de hoogte van de uitkomst van dit onderzoek.

    Heeft u dus de moeite genomen het waterschap te waarschuwen, dan hoort u van hen wat er met uw melding is gedaan en wat de afloop is.

     

    Stinkend of bubbelend riool

    Hieronder vindt u mogelijke oorzaken en oplossingen voor een stinkend en bubbelend riool.

    • Lucht in en uit het riool
    • Problemen door bubbels en stank
    • Problemen door stank (zonder bubbels)
    • Rioollucht bij dakkapel of dakraam

    Lucht in en uit het riool

    Als water in het riool loopt, moet er lucht uit. En als het water uit het riool verdwijnt, moet er lucht in. Dat geldt voor het riool in en om uw huis én voor het openbare riool. De lucht van het openbare riool gaat zelfs voor een groot deel via uw huis het riool uit; samen met de lucht uit uw eigen riool. Dat gebeurt via een open rioolpijp die door uw dak naar buiten steekt.Vooral als het regent, moet er veel lucht uit het riool. Die vieze lucht wilt u natuurlijk niet in huis hebben. Daarom moet uw riool in huis ook luchtdicht zijn. En pas op dat u bij de open pijp geen dakraam of ventilatierooster plaatst. Dan komt de stank alsnog in uw woning!

     

    Problemen door bubbels en stank

    Hoe zit het met de ontluchting?

    Heeft u geen ontluchtingspijp op uw dak (deze kan ook onder de dakpannen zitten)? Dan kunt u problemen krijgen, zoals stank in huis of bubbelende afvoeren. Als uw riool niet verstopt is en u hoort tóch gebubbel, dan zit het probleem in de ontluchting. Dat geldt ook als elke rioolaansluiting in uw huis wel een stankslot heeft en het riool tóch stinkt. Misschien heeft u bij een verbouwing de dikke ontluchtingspijp vervangen door een kleinere, omdat u niet precies wist waarvoor de pijp daar zat. Schakel bij bubbelende afvoeren of een stinkend riool een deskundige in, zoals een installateur/loodgieter.

     

    Problemen door stank (zonder bubbels)

    U heeft last van rioollucht in huis zonder dat het riool bubbelt. Dat kan als een zogenaamd stankslot (bijvoorbeeld een zwanenhals onder een gootsteen) niet meer functioneert. Bijvoorbeeld omdat al het water verdampt is (vanwege beperkt gebruik of na een lange vakantie). Dan staat het riool in open verbinding met de lucht in huis. U lost het op door wat water in de betreffende gootsteen, wasbak of putje te gieten.

    Rioollucht op straat? Bij droog weer kan het 'stankslot' van de kolk droog staan. U kunt dit verhelpen door een emmer water in de kolk te gieten. Is de stank na twee dagen nog niet weg, meldt u dit dan aan de gemeente. Wij controleren dan of het stankscherm in de kolk in tact is.

    Na rioleringswerkzaamheden in de straat kan er tijdelijk een rioollucht blijven hangen. Deze zal na een paar dagen wegtrekken. Als de stank langer dan twee dagen aanhoudt meldt u dit dan.

     

    Rioollucht bij dakkapel of dakraam?

    Als u rioollucht ruikt bij uw dakraam of dakkapel, dan is de kans groot dat de ontluchtingspijp niet op de juiste plaats staat. Als u in een ouder huis woont kan die lucht ook uit de regenpijp komen (met name als het regent). Raadpleeg dan een installateur.

     

    Sloten en vijvers

    Na hevige regenbuien is het normaal dat het waterpeil in de sloot of vijver (oppervlaktewater) hoger is dan normaal. Binnen een dag hoort het peil weer normaal te zijn.

     

    Storing drukriool of de rode lamp brand

    Woningen in het buitengebied zijn meestal aangesloten op de drukriolering. Als een pand aangesloten is op de drukriolering staan er grijze/groene kasten langs de weg, die een rode storingslamp hebben. U kunt zelf controleren of de rode storingslamp op de schakelkast brandt. Brandt de rode lamp op een schakelkast, staat het deurtje open of is de kast beschadigd, meld dit dan aan de gemeente of neemt u contact opnemen met de storingsdienst, telefoon 06-50280885, van de gemeente Hellendoorn, de storingsdienst kan u verder helpen.

     

    Verstopping

    Het komt wel eens voor dat een afvoer in uw huis verstopt raakt. Constateert u een verstopping in uw riool, dan kunt u het vaak zelf oplossen en hebt u niet altijd de gemeente nodig. Hieronder leest u tips om verstoppingen te voorkomen.

    • Een afvoeraansluiting werkt niet
    • Meerdere afvoeraansluitingen werken niet
    • Verstopping in het gemeenteriool
    • Verstopping in uw eigen riool

     

    Een afvoeraansluiting werkt niet

    Soms werkt een rioolaansluiting in huis niet, bijvoorbeeld van een wastafel. Draai dan de afvoer van de wastafel open en maak die schoon. Ook ontstoppen met een simpele ontstopper is vaak voldoende. Helpt het niet? Pas dan op met allerlei chemische middelen. Ze kunnen uw riool aantasten én de werking van de rioolwaterzuivering verstoren. Schakel liever een rioolreinigingsbedrijf in.

    Meerdere afvoeraansluitingen werken niet

    Als meerdere rioolaansluitingen niet werken, is het probleem waarschijnlijk groter. Zeker als geen enkele aansluiting meer werkt. Of als het water dat u op de eerste verdieping wegspoelt op de begane grond weer uit een putje of toilet komt. Onderzoek eerst of de verstopping in úw riool zit of in het gemeenteriool. Dat doet u op de volgende manier:

    Informeer bij uw buren of zij ook problemen hebben. Zo ja, dan is de kans groot dat de verstopping in het gemeenteriool zit. Is dat niet het geval, dan zoekt u verder.

    Woont u in het buitengebied? Kijk eerst of de rode lamp op de schakelkast brandt. Is dat zo, kijk dan bij ‘Storing drukriool/ rode lamp brandt’ wat u moet doen. Is dat niet het geval, dan zoekt u verder.

    Op de perceelsgrens (de grens tussen gemeentegrond en particuliere grond, in veel gevallen een halve meter uit de perceelsgrens op particuliere grond) ligt normaal gesproken een ontstoppingsstuk of -put. Hier kunt u zien of de verstopping in uw riool of in het gemeenteriool zit. De exacte plaats van het putje staat aangegeven op de aansluitschets van uw woning. Als u niet in het bezit van een schets waarop het ontstoppingsstuk staat, kunt u hiervan (indien voorradig) een kopie opvragen bij het loket Bouwen, mileu en openbare ruimte. U ziet het ontstoppingsstuk niet. U zult hem dus moeten opgraven vanaf uw eigen terrein; u mag niet graven in openbaar gebied.

    Staat er water in het ontstoppingsstuk, dan zit de verstopping waarschijnlijk in het gemeenteriool. Staat er geen water in het ontstoppingsstuk, dan zit de verstopping waarschijnlijk in uw riool.

    Uiteraard kunt u, op uw kosten, voor dit onderzoek een gespecialiseerd bedrijf inschakelen.

    Woont u in een huurwoning, dan kan uw verhuurder mogelijk helpen. Deze is namelijk verantwoordelijk voor de aansluiting van de woning op de gemeentelijke riolering.

     

    Verstopping in het gemeenteriool

    Denkt u dat de verstopping zich in het gemeenteriool bevindt? Meld dit dan bij ons. We proberen het probleem zo snel mogelijk te onderzoeken en verhelpen.

    Soms blijkt na ons onderzoek dat de verstopping is veroorzaakt door onjuist gebruik door u als bewoner. In dat geval zullen wij de kosten bij u in rekening brengen.

     

    Het komt wel eens voor dat bewoners zelf een bedrijf inschakelen om de verstopping te verhelpen, zonder dat wij op de hoogte zijn. De rekening hiervan betalen wij niet. U moet altijd een melding doen bij ons. In overleg kunnen we eventueel besluiten de storing door het door u ingeschakelde bedrijf te laten verhelpen.

     

    Verstopping in uw eigen riool

    Als de verstopping zich in uw eigen riool bevindt, moet u de verstopping zelf (laten) verhelpen.

     

    Vocht in huis

    Een muffe lucht of schimmelplekken duiden op vocht in uw huis. Om dit soort problemen op te lossen, moet u eerst de oorzaak vinden.

    De belangrijkste oorzaken zijn:

    • Te weinig ventilatie. U kunt meer ventileren. Bijvoorbeeld via roosters in de ramen. Dan ventileert u constant een beetje. Om flink door te luchten, kunt u één keer per dag de ramen even open zetten. Ook het verwarmen van ruimten helpt om vocht te verdrijven.
    • Lekke riolen of regenpijpen. Schakel een installateur in als u dit soort problemen heeft.

    Meer Informatie over vocht in huis en mogelijke oplossingen vindt u op de website van Stichting Rioned.

    Vochtige kruipruimte

    Wanneer de afvoer van water in de grond stagneert, kan de kruipruimte vochtig worden. Een kruipruimte die continue onder water staat, kan stankklachten veroorzaken of leiden tot opkruipend vocht. Een kruipruimte mag niet te diep zijn aangelegd. Meestal is het zelfs niet eens noodzakelijk om een kruipruimte aan te leggen, Bij nieuwbouw moet de vloer dampdicht zijn, dat voorkomt klachten.

    Water in de kruipruimte kan in een enkel geval ook worden veroorzaakt door bouwfouten zoals foutief aangelegde binnenriolering en het vergeten aan te sluiten op de hoofdriolering in de openbare weg. Dergelijke gebreken kunt u verhalen bij de bouwer via de GIW-garantie of via de vorige eigenaar.

    Water op straat of in groenstroken

    Kolken en rioolbuizen zorgen voor de afvoer van regenwater. Tijdens hevige buien kan het voorkomen dat het enige tijd duurt voordat water weg kan stromen en kan er enige tijd water blijven staan. Binnen een uur na de bui hoort de plas weg te zijn.

    In parken of op speelvelden kan het na hevige buien langer duren voordat alle water verdwenen is. Bij een speelveld kan dit een dag duren en in een wadi zelfs twee dagen. 

    Wanneer het water niet binnen de normale tijd verdwenen is of ziet u dat er een kolk verstopt is, meld dit dan aan de gemeente zodat wij dit probleem kunnen verhelpen.

  • Milieumelding doen

    Bedrijven die schade kunnen veroorzaken aan het milieu, moeten een milieumelding doen. Dit zijn bijvoorbeeld cafés, restaurants, garages, transportbedrijven, tankstations en winkels.

    Op de website van de Activiteitenbesluit internetmodule (www.aimonline.nl) controleert u of u een melding moet doen. Het kan ook zijn dat u een omgevingsvergunning nodig heeft. 

  • Ballonnen oplaten

    Het is binnen de gemeente verboden om ballonnen op te laten in de open lucht, bijvoorbeeld tijdens een feest of evenement. Het oplaten van ballonnen heeft namelijk negatieve gevolgen voor het milieu. De ballonnen komen na het oplaten ergens neer. Dat zorgt voor zwerfafval en kan het milieu beschadigen.

  • Gokautomaat plaatsen

    Als u een kansspelautomaat, bijvoorbeeld een fruitautomaat, wilt plaatsen, moet u een vergunning aanvragen. Deze vergunning heet een aanwezigheidsvergunning.
    Voor een behendigheidsautomaat, bijvoorbeeld een flipperkast, is geen vergunning nodig.

    De gemeente maakt een verschil tussen 'hoogdrempelige' en 'laagdrempelige’ inrichtingen.

    • Hoogdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld cafés, bars en nachtclubs. Deze bedrijven mogen 2 speelautomaten hebben, zowel kansspel- als  behendigheidsautomaten.
    • Laagdrempelige inrichtingen zijn bijvoorbeeld snackbars en kantines. Deze bedrijven mogen 2 behendigheidsautomaten hebben (dus geen kansspelautomaten).

    De aanwezigheidsvergunning wordt voor 3 jaar verleend.

  • Afvalwater lozen

    Afvalwater is water dat u kwijt wilt. U kunt afvalwater lozen in de bodem, het oppervlaktewater of het riool. U moet zich daarbij houden aan de regels. Er zijn algemene regels. U mag bijvoorbeeld geen olie wegspoelen. Lees meer over de algemene regels op de website van InfoMil.

    Er zijn specifieke regels voor:

    • Afvalwater uit een particulier huishouden. Bijvoorbeeld toiletwater of ander huishoudelijk afvalwater.
    • Afvalwater uit een bedrijfslocatie. Bijvoorbeeld afvalwater van een industrieel bedrijf, agrarisch bedrijf, restaurant, garage, laboratorium etc.
    • Afvalwater van een tijdelijke bedrijfsmatige activiteit in de openbare ruimte (bijv. bouwen).
    • Afvalwater van  een vaartuig.
    • Afvalwater van reinigingswerkzaamheden zoals schoonmaken voertuigen, vaartuigen, dierverblijven, buitenmuren etc.

  • Levenloos geboren kind aangeven.

    Als uw kind levenloos geboren is na een zwangerschap van 24 weken of meer, moet u aangifte doen bij de gemeente. Bij een zwangerschap korter dan 24 weken mag u aangifte doen. Dit doet u bij de gemeente waar uw kind geboren is.

    De gemeente maakt een akte van geboorte (levenloos) op. Dit is een officieel bewijs dat uw kind ter wereld is gekomen. De akte van geboorte (levenloos) wordt ingeschreven in het overlijdensregister van de burgerlijke stand en niet in het geboorteregister.

    Is uw kind kort na de geboorte overleden? Dan doet u de geboorteaangifte in de gemeente waar uw kind is geboren. U krijgt een geboorteakte. Als uw kind in dezelfde gemeente is geboren en overleden, doet u daar ook aangifte van overlijden. Is uw kind in een andere gemeente overleden? Dan doet u in die gemeente aangifte van overlijden.

    Is het al langer geleden dat uw kind levenloos is geboren of kort geleefd heeft? Het maakt niet uit hoelang geleden het is gebeurd. U kunt alsnog aangifte doen in de gemeente waar uw kind is geboren. Is er wel al een akte van uw kind, maar staat daar geen voornaam in? De gemeente kan een naam op de akte vermelden.

    U kunt uw kind ook inschrijven in de basisregistratie personen (BRP). U registreert uw kind in de gemeente waar u woont. Uw kind wordt dan bij uw naam in de BRP gezet. Beide ouders kunnen dit doen. De registratie gebeurt niet automatisch als u aangifte doet.

  • Petitie indienen

    Met een petitie laat u de gemeente weten dat er een probleem is. Of dat u het ergens niet mee eens bent. Iedereen mag een petitie indienen.

    U verzamelt handtekeningen van mensen die het met u eens zijn. Zo laat u zien hoeveel mensen dit belangrijk vinden. U heeft geen minimum aantal handtekeningen nodig voordat u de petitie indient.

    Via de website Petities.nl kunt u online een petitie starten.

  • Vakantie doorgeven bij bijstandsuitkering

    Als u een uitkering heeft, mag u maximaal 4 weken per jaar naar het buitenland. Bijvoorbeeld voor vakantie, familiebezoek of een begrafenis. U kunt de dagen in 1 keer opnemen of verspreiden. Tijdens uw verblijf in het buitenland wordt de bijstand doorbetaald.

     

  • Adresonderzoek aanvragen

    Bij de gemeente staat iedereen ingeschreven op een adres. Dat kan een woon- of briefadres zijn. Als u twijfelt of adresgegevens wel kloppen, moet de gemeente een onderzoek starten.

    Staat iemand op uw adres ingeschreven, terwijl die niet bij u woont? Vraag de gemeente dan om een adresonderzoek.