Zoekresultaat 81 - 85 van 85 resultaten

  • Zeeuws InvesteringsFonds

    De dagelijkse leiding is in handen van fondsmanager Johan Seebregts.

  • Milieuverslag bedrijven opstellen

    Voert uw industriële bedrijf activiteiten uit die slecht zijn voor het milieu op het gebied van afval, energie- en watergebruik? Dan moet u elk jaar een milieuverslag opstellen over uw bedrijf. Dit heet het integraal PRTR-verslag. PRTR is de afkorting van Pollutant Release and Transfer Register (Register van uitstootgegevens en overbrenging van verontreinigende stoffen). U moet bijvoorbeeld opschrijven hoeveel stoffen er vrijkomen die de lucht, het water en de bodem vervuilen.

    Komt er te veel vrij van 1 of meer stoffen op de stoffenlijst (zoals methaan, koolmonoxide of kooldioxide)? Dan moet u dit laten weten aan de instantie die aan u de omgevingsvergunning heeft gegeven. Als u meer uitstoot van een stof dan de hoeveelheid in Bijlage II van de PRTR-verordening, moet u een verslag maken voor die stof.

    U verstuurt het verslag via het elektronisch milieujaarverslag (e-MJV). Het komt bij de juiste instantie terecht, bijvoorbeeld de provincie. Die instantie stuurt de gegevens daarna ook naar de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

    Of u een jaarrapportage moet indienen, wordt bepaald door de activiteiten die u uitvoert. In  de E-PRTR-verordening zijn lijsten opgenomen met activiteiten die rapportageplichtig zijn.

    Ook is het van belang welke hoeveelheid stoffen u heeft geëmitteerd naar bodem, lucht en/of water en welke hoeveelheid afvalstoffen u in het rapportagejaar heeft uitgevoerd. Als de hoeveelheid van een stof die u emitteert boven de vastgestelde drempelwaarden uitkomt, dient u deze te rapporteren. U dient de rapportage te overleggen aan het orgaan dat uw vergunning verleent. Meestal is dat de provincie.

  • Kabels en leidingen aanleggen en beheren in of bij provinciale (vaar)weg

    Als u kabels of leidingen wilt aanleggen, onderhouden of verwijderen in, onder, langs of boven een provinciale weg of vaarweg, dan heeft u daarvoor toestemming nodig. U moet een melding doen of u moet een omgevingsvergunning aanvragen. U doet uw verzoek bij de eigenaar of beheerder van de (vaar)weg.

    U doet een melding als u onder, boven of dicht bij een provinciale (vaar)weg aanlegt, wijzigt of verwijdert:

    • een huisaansluiting met bijbehorende leidingen
    • leidingen en kabels voor telecommunicatie
    • laag- en middenspanning elektriciteitskabels

    In alle andere gevallen moet u een omgevingsvergunning aanvragen wanneer u kabels of leidingen wilt aanleggen, wijzigen of verwijderen in, onder, langs of boven een provinciale (vaar)weg.

    De provincie voert soms werkzaamheden uit waarvoor er kabels of leidingen worden verlegd. Bent u eigenaar van deze kabels? Dan kunt u nadeel hebben van deze werkzaamheden. U heeft dan misschien recht op een vergoeding. De vergoeding is onder andere afhankelijk van de tijd dat de kabels of leidingen er al liggen.

  • Geluidproductieplafond industrieterrein opvragen

    Uw bedrijf kan alleen een omgevingsvergunning voor het milieu krijgen als het bedrijf niet te veel geluid maakt.

    De gemeente of provincie stelt voor een industrieterrein vast hoeveel geluid er mag zijn. Dit is het geluidproductieplafond (gpp). Het gpp geldt op de geluidreferentiepunten. Die liggen op een afstand van 50 m tot 500 m van de grens van het industrieterrein.

    Heeft u een bedrijf dat veel geluid produceert? U meet dan het geluid van uw bedrijf op het dichtstbijzijnde geluidreferentiepunt. Als het niet te hard is, dan voldoet u aan de regels.

    Gaat u beginnen met een nieuwe activiteit? Reken dan het geluidniveau op het geluidreferentiepunt uit. Deze informatie kunt u gebruiken bij de aanvraag van uw omgevingsvergunning.

    Tot 1 januari 2007 voerde de provincie het beheer over alle in Zeeland gelegen industrieterreinen. Met de wijziging van de Wet geluidhinder op 1 januari 2007 wordt het beheer over de niet-regionale industrieterreinen gefaseerd overgedragen aan de gemeenten. Het beheer van de regionale industrieterreinen blijft bij de provincie. Ook zal het beheer van niet-regionale industrieterreinen waar voornamelijk provinciale inrichtingen zijn gelegen bij de provincie blijven.

  • Regels voor beschermde planten en dieren

    Zijn er beschermde dieren- of plantensoorten aanwezig zijn op de locatie waar u werkzaamheden gaat uitvoeren? En kunnen uw werkzaamheden invloed hebben op deze soorten? Bijvoorbeeld door het vernielen van nesten, het verstoren of doden van dieren of het beschadigen van beschermde planten? Dan moet u een omgevingsvergunning 'flora- en fauna-activiteit' aanvragen.

    Onder de genoemde verboden wordt ook verstaan: het vernielen van nesten van bepaalde dieren. Het plukken van planten is in de verordening niet aan de orde.