Zoekresultaat 1 - 10 van 29 resultaten

  • Soortenbescherming, projectsubsidie

    De provincie stelt vast welke soorten dieren en planten extra aandacht nodig hebben om uitsterven te voorkomen en van welke uitgestorven soorten het wenselijk is dat ze terugkeren in het landschap. U kunt bij de provincie subsidie aanvragen voor projecten op het gebied van soortenbescherming.

  • Provinciale besluiten, inzage

    Iedereen die dat wil, mag besluiten van het provinciaal bestuur met algemeen verbindende voorschriften inzien. Dit is gratis. U kunt de stukken bekijken via internet, op het provinciehuis of op een andere door de provincie te bepalen plaats. U kunt een afschrift van de provinciale besluiten tegen betaling aanvragen.

  • Begroting en rekening waterschappen, kennisnemen

    De provincie bekijkt jaarlijks de begroting en de jaarrekening van de waterschappen. Dan controleert zij of de stukken voldoen aan de geldende wetgeving en aan de bedrijfsmatige uitgangspunten. Ook worden de beleids- en algemene waterschapsontwikkelingen zorgvuldig in de gaten gehouden. Het bestuur van de waterschappen stuurt de stukken op naar de provincie.

    Indien de Algemene Vergadering de jaarrekening niet of niet naar behoren vaststelt, zendt het dagelijks bestuur de jaarrekening ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten.

  • Zaken en activiteiten langs wegen, ontheffing

    Zaken en activiteiten langs wegen
    Het is verboden op terreinen langs een weg:

    • masten, palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden, spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen aan te brengen of te hebben binnen een afstand van 1,80 meter uit een verkeersbaan, niet zijnde een fietspad of ander pad, dan wel binnen een afstand van 0,60 meter uit een fietspad of ander pad;
    • binnen een afstand van 5 meter uit de buiteninsteek van bermsloten die niet staan aangegeven in een legger als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet, beplanting, grondwallen of andere zaken aan te brengen die het onderhouden van die sloot met machines vanaf de landzijde belemmeren, indien op de wegberm aanwezige beplanting of andere obstakels verhinderen zulk onderhoud vanaf de weg uit te voeren;
    • handelingen te verrichten die de hoogteligging van die terreinen binnen een afstand van 7 meter uit de grens van de weg meer dan 0,50 meter beneden het oorspronkelijke niveau brengt;
    • loslopende dieren te houden indien geen deugdelijke maatregelen zijn genomen om te verhinderen dat die dieren op de weg kunnen komen.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Handelsreclame
    Op grond van artikel 2.2 (sub h en i) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om handelsreclame te maken met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats (zoals de openbare weg) dit verbod geldt om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in artikel 9 van de Wegenverordening Zeeland 2010 is bepaald dat het onder andere verboden is om masten, palen, borden, spandoeken, vlaggen etc. te plaatsen langs de weg, geldt dat als deze activiteit betrekking heeft op handelsreclame hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl.

  • Samenstellen, ontheffing

    1. Een schip mag niet meer dan twee andere schepen slepen. Dit verbod is niet van toepassing op het slepen van kleine schepen.
    2. Een gekoppeld samenstel mag uit ten hoogste twee schepen bestaan.
    3. Een duwstel met een lengte van meer dan 110 meter moet zijn voorzien van een actieve kopbesturing van voldoende vermogen die vanuit de stuurhut kan worden bediend, tenzij de gemiddelde diepgang groter is dan 2 meter dan wel de diepgang van het voorste schip of de voorste schepen groter is dan 2,50 meter. Indien aan dit voorschrift niet wordt voldaan moet het duwstel worden geassisteerd.

  • Verzamelen onderwaterorganismen, ontheffing

    Artikel 4.5.2.1
    Het is een ieder die zich langs, te, op of onder een oppervlaktewater bevindt verboden, zonder ontheffing van Gedeputeerde Staten:

    • waterplanten en wieren uit te steken, af te snijden of anderszins te verwijderen, voorhanden te hebben of te vervoeren;
    • waterdieren nodeloos te verontrusten, te vangen, te doden, voorhanden te hebben of te vervoeren;
    • voorwerpen bij zich te hebben die kennelijk tot doel hebben een onder a of b verboden handeling te verrichten.

    Artikel 4.5.2.2
    De aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4.5.2.1 wordt in enkelvoud ingediend.

    Zeeland kent een rijk onderwaterleven. Het mariene onderwatermilieu is een van de ruimtelijke kwaliteiten die Zeeland als provincie kenmerkt. De onderwaterflora en -fauna in Zeeland, met name die in de Delta, is uitgestrekt en niet alleen van belang uit het oogpunt van natuur maar zeker ook vanuit een recreatief oogpunt. Steeds meer watersporters weten de Delta als aantrekkelijk onderwatersportgebied te vinden. Deze toenemende belangstelling leidt helaas ook tot het 'oogsten' van met name commercieel interessante schaal- en schelpdieren, zoals kreeften en oesters, maar ook andere soorten, zoals anemonen voor aquaria.

    De onderwaterflora en -fauna wordt slechts voor een beperkt deel beschermd door specifieke natuurwetgeving zoals de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Ook de Visserijwet kent een beperkte bescherming.

    Omdat de provincie Zeeland de karakteristieke onderwaterflora en -fauna bescherming wil bieden, is in deze Provinciale Milieuverordening een regeling opgenomen die het verbiedt om, zonder dat men daartoe over de benodigde ontheffing beschikt, waterplanten of -dieren behorend tot de onderwaterflora en -fauna te bemachtigen en in bezit te hebben. De regeling heeft als strekking om diegenen die moedwillig waterplanten of waterdieren uit het water halen in beschermde gebieden te sanctioneren.

    Ontheffing van dit verbod kan worden verleend voor educatieve of onderzoeksdoeleinden. Dit doel moet duidelijk blijken uit de bij de aanvraag overlegde gegevens. Het verbod is niet van toepassing voor degene die beschikt over een geldige ontheffing op grond van de Visserijwet of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998. Sportvissers die vissen op basis van een VISpas, dan wel vissen met de toegestane middelen in kustwater vallen evenmin onder het verbod.

     

  • Opheffing school Wet op de expertisecentra, kennisgeving

    De directie van een school voor volwassenonderwijs is verplicht het opheffingsbesluit van de school of van een nevenvestiging aan diverse instanties en personen te melden.

    U meldt als directeur de schoolopheffing aan:

    • minister
    • provincie en
    • Inspectie van het Onderwijs

    U meldt het besluit binnen 2 weken na de beslissing. Meer informatie over de kennisgeving vindt u in de Wet op de expertisecentra.

  • Gedragingen in waterwingebieden, ontheffing

    U kunt ontheffing vragen voor gedragingen in waterwingebieden voor:

    • het hebben, gebruiken, vervoeren of op of in de bodem brengen van schadelijke stoffen;
    • het tot stand brengen, hebben of gebruiken van constructies met het doel het vervoeren, bergen, opslaan, overslaan, storten of verzinken van schadelijke stoffen door, op of in de bodem;
    • het aanleggen, hebben of reconstrueren van wegen, parkeergelegenheden, terreinen die voor gemotoriseerd verkeer openstaan, waterwegen of spoorwegen;
    • het tot stand brengen van zwembaden;
    • het tot stand brengen van een gebouw in de zin van de Woningwet;
    • het oprichten, in exploitatie nemen of hebben van boorputten;
    • het dieper roeren dan 1 meter onder het maaiveld van de grond of anderszins werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren.

    Daarnaast kan ontheffing worden verleend voor:

    • begraafplaatsen of terreinen voor de uitstrooiing van as respectievelijk voor kampeergelegenheden, recreatiecentra of kampementen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening dan wel op het tijdstip van de aanwijzing van een waterwingebied, bestaan of in aanleg zijn

  • Gebruik van en activiteiten op wegen, ontheffing

    1. Het is verboden:
      1. op een weg land- en tuinbouwproducten te deponeren of te hebben, anders dan voor korte tijd op toegangsdammen buiten de berm en op geen kleinere afstand dan 1,80 meter uit de dichtstbij gelegen verkeersbaan;
      2. op een weg stoffen of voorwerpen te deponeren en te hebben die de weg verontreinigen of de afwatering van de weg belemmeren, dan wel gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg en de veiligheid van het verkeer op de weg;
      3. een weg zodanig te gebruiken dat daardoor schade aan die weg ontstaat;
      4. beplantingen en andere vegetatie op een weg te bemesten of met chemische stoffen te behandelen, dan wel de vegetatie op bermen en in bermsloten te maaien;
      5. op een weg een standplaats in te nemen of in te richten voor het ten verkoop aanbieden en leveren van producten;
      6. zich met een voertuig op een weg te begeven, anders dan via een weg, een uitweg of werken die tot uitweg dienen;
      7. een uitweg of werken die tot uitweg dienen, voor een ander doel te gebruiken dan tijdens het maken daarvan gebruikelijk was in verband met de bestemming van het terrein waarvoor de uitweg dient.
      8. Het is verboden in:
        1. delen van bouwwerken die tot boven een weg reiken, te maken of te hebben;
        2. aan bouwwerken langs een weg, voorwerpen, die tot boven de weg reiken, te bevestigen of te hebben;
        3. touwen, draden of kabels over een weg te spannen of te hebben;
        4. uitstekende delen van buiten een weg aanwezige beplanting tot boven of in die weg te laten reiken, tenzij die beplanting wordt onderhouden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, tweede lid, voor beplanting op een weg.
    2. Het eerste lid, aanhef en onderdeel d, is niet van toepassing ten aanzien van maaiwerk aan bermsloten door of namens een waterschap, voor zover de zorg voor de waterbeheersing dat vereist.

    Ontheffing of omgevingsvergunning
    Roerende zaken opslaan
    Op grond van artikel 2.2 (sub j en k) van de wet Algemene bepalingen omgevingsrecht geldt dat wanneer in een Provinciale verordening een ontheffing is vereist om roerende zaken op te slaan in het daarbij aangewezen gedeelte van de Provincie, dit verbod geldt als een verbod om deze activiteit uit te voeren zonder Omgevingsvergunning. Nu in de Wegenverordening Zeeland 2010 (artikel 8) is bepaald dat het onder meer verboden is om land- en tuinbouw gewassen op te slaan en deze zaken in sommige gevallen aangemerkt kunnen worden als roerende zaken dient hiervoor een Omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag indien u in strijd met dit verbod handelt. U wordt in dit verband verwezen naar www.omgevingsloket.nl.

  • Gedragingen in grondwaterbeschermingsgebieden, ontheffing

    U kunt ontheffing vragen voor gedragingen in grondwaterbeschermingsgebieden (bep. 3.2.3):

    • het hebben, gebruiken, vervoeren of op of in de bodem brengen van schadelijke stoffen;
    • het tot stand brengen, hebben of gebruiken van constructies met het doel het vervoeren, bergen, opslaan, overslaan, storten of verzinken van schadelijke stoffen door, op of in de bodem;
    • het op te richten, het hebben of gebruiken van begraafplaatsen of terreinen voor de uitstrooiing van as;
    • het aanleggen, hebben of reconstrueren van wegen, parkeergelegenheden, terreinen die voor gemotoriseerd verkeer openstaan, waterwegen of spoorwegen;
    • het aanleggen, hebben, in exploitatie nemen of exploiteren van kampeergelegenheden, recreatiecentra of kampementen;
    • het tot stand brengen van zwembaden;
    • het tot stand brengen van een gebouw in de zin van de Woningwet;
    • het dieper roeren dan 1 meter onder het maaiveld van de grond of anderszins werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren.