Zoekresultaat 71 - 75 van 75 resultaten

  • Projectbesluit windenergie

    U wilt of uw bedrijf wil een installatie voor windenergie aanleggen met een capaciteit van tussen de 5 en 100 megawatt. Of u wilt een bestaande installatie uitbreiden. Dan moet de provincie beoordelen of het initiatief doorgang kan vinden en of zij hiervoor een projectbesluit wil vaststellen. Daarvoor dient u bij de provincie een verzoek in om een projectbesluit vast te stellen.

    De rijksoverheid heeft als doelstelling om versneld windmolenparken te realiseren. De provincie kan hierbij een coördinatiefunctie vervullen. Provincies en gemeenten kunnen samen besluiten over wie verantwoordelijk is voor welk project bij het ontwikkelen van een windmolenpark.

    Wilt u een installatie voor windenergie aanleggen met een capaciteit kleiner dan 5 megawatt? Hiervoor verleent de gemeente de omgevingsvergunning of stelt de gemeente het omgevingsplan vast.

    Wilt u een installatie voor windenergie aanleggen met een capaciteit groter dan 100 megawatt? Hiervoor stellen de minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Infrastructuur & Waterstaat het projectbesluit vast.

    Wilt u een installatie voor windenergie op zee aanleggen of uitbreiden? Dan moet u hiervoor bij de minister van Economische Zaken en Klimaat een verzoek indienen.

  • Provinciale heffing voor grondwateronttrekking

    Voor het onttrekken van grondwater kan de provincie geld vragen in de vorm van een provinciale belasting.

    Hoeveel u moet betalen hangt af van de hoeveelheid grondwater die u gebruikt. De provincie gebruikt hiervoor de gegevens in het Landelijk Grondwater Register (LGR).

    De provincie houdt er bij het opleggen van de belasting rekening mee of u het water infiltreert. Dat betekent dat u het water in de bodem brengt en daarmee het grondwater aanvult. U hoeft voor sommige vormen van onttrekken geen belasting te betalen. Bijvoorbeeld het onttrekken van grondwater voor landijsbanen, het schoonmaken van het grondwater en het onttrekken voor koude- en warmteopslag in de bodem.

  • Mededeling Stoppende veehouderij

    In artikel 3.101 van de Omgevingsverordening (OV) is een uitzonderingsregeling voor stoppende veehouderijen opgenomen. Veehouderijen, die uiterlijk per 1 januari 2028 stoppen hoeven hun verouderde stalsystemen niet aan te passen per 1 juli 2024 dan wel 1 januari 2026 voor melkrundveehouders en kalverenhouders. Voorwaarde is dat de veehouderij door minder dieren te houden een gelijkwaardige ammoniakreductie behalen. Als u hiervan gebruik wilt maken, moet u hiervan een mededeling doen aan Gedeputeerde Staten met een e-formulier.

    Een veehouder kan via het e-formulier, onder bijvoeging van verplichte bijlagen, aan de provincie mededelen dat hij gebruik wil maken van de uitzonderingsregeling. Aan het gebruik van de uitzonderingsregeling zijn voorwaarden verbonden. Om te voorkomen dat later stoppen leidt tot minder afname van stikstofemissies is in de OV opgenomen dat vanaf 1 juli 2024 dan wel 1 januari 2026 voor melkrundveehouders en kalverenhouders eenzelfde ammoniakreductie wordt behaald via het houden van minder dieren als anders behaald zou worden met aanpassing van de verouderde stalsystemen. De veehouder moet in het e-formulier het maximaal aantal te houden dieren per diercategorie en per huisvestingssysteem vastleggen, zowel van de peildatum (1 april 2022) als het aantal te houden dieren vanaf 1 juli 2024 dan wel 1 januari 2026 voor melkrundveehouders en kalverenhouders (inclusief de berekening dat met dat aantal wordt voldaan aan de ammoniakemissie-eisen). Op basis van de medegedeelde dieraantallen in het formulier kan de toezichthouder controleren of wordt voldaan aan de voorwaarden van de uitzonderingsregeling.

    Bij de mededeling moeten ook afschriften van verzoek(en) tot intrekking van de geldende toestemmingsvereisten alsmede de ontvangstbevestiging worden meegestuurd. Het gaat daarbij om intrekkingsverzoeken, (veelal) ingediend bij de eigen gemeente voor de:

    • melding op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving, of
    • omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit

    En het intrekkingsverzoek bij de provincie voor:

    • de omgevingsvergunning voor de Natura 2000-activiteit

    De provincie stelt na ontvangst van de mededeling, de betreffende gemeenten en de Omgevingsdienst op de hoogte, zodat zij de procedure tot intrekking per 01-01-2028 of het verlenen van een tijdelijke toestemming voor het houden van minder dieren tot 01-01-2028 kunnen voortzetten.

  • Vrijstelling voor ontgrondingsvergunning

    U heeft een ontgrondingsvergunning nodig als u de bodem wilt gaan afgraven. Dit geldt voor land (het maaiveld) en de waterbodem. Haalt u een grondlaag weg, zoals klei, veen, zand of grind? Dan hoeft u soms geen vergunning aan te vragen. De Ontgrondingenverordening Zeeland 2002 begint met een opsomming van vrijstellingen van de vergunningplicht.

    Het gaat hierbij om:

    • het aanleggen, onderhouden, wijzigen of opruimen van waterstaatswerken, uit te voeren door of in opdracht van overheidslichamen;
    • het aanleggen, onderhouden, verruimen of verdiepen van greppels, sloten, grachten of andere watergangen door of in opdracht van overheidslichamen; 
    • het aanleggen, onderhouden, verruimen of verdiepen van greppels, sloten, grachten of andere watergangen anders dan bedoeld onder b, voor zover deze een bovenbreedte hebben of krijgen van niet meer dan 5 meter, een bodembreedte van niet meer dan 1,50 meter en een diepte van niet meer dan 1 meter beneden het vastgestelde zomerpeil of, bij gebreke daarvan, 2,50 meter beneden de gemiddelde hoogteligging van het aangrenzende terrein; 
    • het door of in opdracht van overheidslichamen aanleggen, wijzigen of opruimen van parkeerterreinen, vliegvelden, industrieterreinen, vuilstortplaatsen, bouwterreinen, sportterreinen, parken, plantsoenen en soortgelijke voorzieningen, waarvoor het ter plaatse geldende ruimtelijke besluit ingevolge van de Wet Ruimtelijke Ordening geen belemmering vormt; 
    • de normale uitoefening van het land-, tuin- of bosbouwbedrijf;
    • het uitvoeren van ontgrondingen, waarbij niet meer dan 1000 m³ wordt ontgraven en waarvoor het ter plaatse geldende ruimtelijk besluit ingevolge de Wet Ruimtelijke Ordening geen belemmering vormt; 
    • het maken, onderhouden, wijzigen of opruimen van bouwwerken krachtens een daartoe door het bevoegde bestuursorgaan verleende vergunning;
    • het doen van archeologische opgravingen door een rijksdienst, provinciale dienst, instelling voor wetenschappelijk onderwijs of een gemeente die daarvoor een vergunning heeft ingevolge de Monumentenwet;
    • de uitvoering van werken in gebieden die vallen onder de werking van de Natuurbeschermingswet; 
    • het uitvoeren van ontgrondingen op grond van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld natuurontwikkelingsproject.

    Ook in de Ontgrondingenwet zijn enkele gevallen genoemd van het zonder vergunning mogen ontgronden:

    • werkzaamheden bij overstromingen of dreigend gevaar van dijkdoorbraken; 
    • uitvoering van landinrichtingsplannen volgens de Landinrichtingswet: als daarvoor grond van elders moet komen, dan is voor die graafwerkzaamheden wel een vergunning nodig;
    • uitvoering van bodemsanering, gebaseerd op een provinciaal milieuprogramma: ook hiervoor geldt dat als grond van elders moet komen, daarvoor een vergunning is vereist.

    Voor alle graafwerkwerkzaamheden die hier niet aan bod zijn geweest, moet zonder meer een ontgrondingenvergunning worden aangevraagd.

    Kijk voor meer informatie over ontgrondingen bij 'Ontgrondingsvergunning' in dit loket.

  • Plaatsen nieuwe windmolen

    Let op
    Deze activiteit geldt per 1 januari 2024 ná de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Heeft u voor 1 januari 2024 een projectplan ingediend? Dan behandelen wij uw aanvraag volgens de oude regelgeving van vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

    Gekozen beleid windenergie
    Windenergie is belangrijk voor het bereiken van klimaatdoelen. Tegelijkertijd hebben windmolens ook nadelen. Zo hebben windmolens een grote impact op het landschap. Verder kunnen omwonenden last hebben van de slagschaduw van de draaiende wieken. Daarnaast kunnen windmolens de vliegroute van trekvogels beïnvloeden.

    Om deze redenen heeft de provincie Flevoland gekozen voor een beleid dat is gericht op meer windenergie door minder molens. Dit willen wij bereiken door opschalen en saneren.

    Opschalen en saneren
    Uitgangspunt is dat nieuwe windmolens meer energie produceren dan oude windmolen. Dat maakt het mogelijk om met minder windmolens toch meer energie te produceren.

    Daarom mag u in Flevoland alleen nieuwe windmolens plaatsen (opschalen) wanneer u oude windmolens weghaalt (saneren).

    Daarnaast mag u alleen nieuwe windmolens plaatsen binnen het windgebied van de provincie Flevoland.

    Projectplan
    Als u nieuwe windmolens wilt plaatsen, dan moet u tijdig een projectplan indienen bij de provincie. In dit projectplan moet onder andere staan:

    • waar u de nieuwe windmolens wilt plaatsen
    • welke windmolens u gaat saneren
    • hoe u omwonenden financieel laat participeren aan uw project

    In Titel 14.1 van de Omgevingsverordening provincie Flevoland vindt u alle regels die de provincie stelt met betrekking tot het opschalen en saneren van windmolens.

    Een projectplan voor plaatsen nieuwe windmolens kunt u indienen via het Omgevingsloket.